vrijdag 28 augustus 2009

Paddy Forsythe : Dresden

In de late avond van 13 februari 1945 zat flight lieutenant in zijn Lancaster boven Duitsland. Beneden hem lag Dresden, dat op dat moment in vuur en vlam stond in wat één van de meest controversiële bombardementen van de Tweede Wereldoorlog zou worden. Bij dat bombardement werd in 4 raids meer dan 3.900 ton bommen vanuit ongeveer 1.300 vliegtuigen op de stad gedropt, waardoor er tussen de 24 en 40.000 mensen omkwamen in een regelrechte vuurstorm, die zo intens was dat het inferno zijn eigen windsysteem creëerde en onderhield (in Dresden spreken ze nu nog van gebeurtenissen voor en na Der Brand). Forsythe moest de rangeerterreinen bombarderen. De reden die hiervoor door het Bomber Command gegeven werd was dat het Rode Leger hierdoor gemakkelijk op kon rukken vanuit het oosten. De wind bleek sterker dan verwacht en Forsythe zag dat het vuur hierdoor oversloeg op de stad, die al goed in de fik stond door toedoen van zijn collega's. Churchill noemde het bombardement later een 'act of terror', wat dan weer in het verkeerde keelgat schoot bij Forsythe, omdat de premier zijn baas bekritiseerde, Air Chief Marshal Arthur Harris. Die laatste had toen al de bijnaam 'Bomber Harris' gekregen voor zijn grondige platgooien van Duitsland. Harris - die binnen de RAF ook bekend stond als 'Butcher Harris' - protesteerde tegen Churchill en die zag zich genoodzaakt zijn toon wat te minderen. Forsythe zou de rest van zijn leven doorbrengen met het verdedigen van zijn manschappen. Zijn laatste oorlogsvlucht was het droppen van voedsel bij de bevrijde maar van honger omkomende Nederlanders. Paddy Forsythe werd 89.

donderdag 27 augustus 2009

Charles Albury : Hiroshima & Nagasaki

Hij zag in totaal 120.000 mensen sterven op in totaal minder dan 1 seconde. En voor 40.000 van die 120.000 was hij eigenlijk deels rechtstreeks verantwoordelijk. Charles Donald Albury trad in 1943 toe tot de 509th Composite Group van de Amerikaanse luchtmacht. In diezelfde groep zat kolonel Paul Tibbets. Net als Tibbets moest Albury heel de tijd trainen voor iets wat ze eigenlijk niet goed wisten wat het was. Op 6 augustus 1945 wist Albury maar al te goed waarvoor al dat gevlieg goed was. Hij was toen de piloot van een observatievliegtuig boven de Japanse stad Hiroshima. Onder hem was net een bom ontploft. De tweede atoombom ooit. Alleen werd deze niet op een testterrein gesmeten, maar op een stad met ongeveer 340 à 350.000 inwoners. Tibbets zat aan het stuur van zijn Enola Gay, het vliegtuig dat de bom effectief losliet op de nietsvermoedende mensen in Hiroshima. Little Boy, zoals de eerste aanvalsatoombom zo liefkozend werd genoemd, dwarrelde om 8u15 naar beneden. 57 seconden later waren er 70 à 80.000 Japanners minder op deze aardbol. Albury had dan de dubieuze eer om als co-piloot te dienen op de Bockscar. De Bockscar was de Enola Gay van Nagasaki. Daar verdampte, verkoolde en verpletterde Fat Man, de tweede aanvalsatoombom ooit, een slordige 40.000 mensen. Er zouden naderhand nog eens 35.000 mensen overlijden aan de gevolgen van het bombardement. Albury bleef tot op het einde van leven zeggen dat hij geen spijt had van de bom. Volgens hem werden er meer mensen gered dan gedood door de atoombom (die meningen zijn, op zijn zachtst gezegd, verdeeld...). Hij overleed op 23 mei 2009 aan hartfalen. Hij werd 88.

Hier het bombardement op Nagasaki, in kleur gefilmd. U ziet de dood van een slordige 40.000 mensen...

Ellie Greenwich: Van “The leader of the pack” tot “I can hear music”

De Amerikaanse songwriter Ellie Greenwich is op 68-jarige leeftijd in New York overleden aan een hartaanval. Greenwich schreef enkele van de meest succesvolle popliedjes van de jaren zestig. Haar nummers werden vertolkt door Ike en Tina Turner, The Beach Boys en Manfred Mann, maar vooral door meidengroepen als The Ronettes en The Shangri La’s.

Greenwich werkte vaak samen met haar man Jeff Barry en muziekproducer Phil Spector. Uit die samenwerking kwamen tientallen nummer 1-hits voort: "Be My Baby", en “Baby I love you” van The Ronettes, "Then He Kissed Me" en “Da Doo Ron Ron” van the Crystals, "Do Wah Diddy Diddy" van Manfred Mann, "Leader of the Pack" van the Shangri la’s, “I can hear music” van the Beach Boys en "River Deep, Mountain High" van Ike en Tina Turner. Het absolute topjaar was 1964, toen zeventien van hun songs de hitlijsten haalden.

Na de jaren zestig was het rijk van Greenwich uit (op enkele sporadische samenwerkingen met Cindy Lauper en Blondie na). De onafhankelijke songschrijver was uit de mode en artiesten begonnen steeds vaker zelf songs te schrijven. “As a songwriter, it was much easier in the '60s, when there was an artist who just sang. There was a huge market and a need for the independent songwriter. As a matter of fact, when the British Invasion came here it greatly hurt. Here came all these self-contained groups that wrote their own material and played their own instruments, the whole thing. … It was great for those people that wrote their own stuff and recorded it, but the independent songwriter did suffer.”

Sergei Mikhalkov : De man van de 3 volksliederen

Drie keer de tekst mogen schrijven van 's lands volkslied, het is iets dat weinigen gegund is. Toch is het de Rus Sergei Vladimirovich Mikhalkov mooi gelukt. Mikhalkovs familie leverde al generaties lang generaals, gouverneurs en prinsen voor de tsaren en sinds de jaren '30 spitste Mikhalkov zich toe op het schrijven van gedichten, satirische fabels en kinderboeken (zijn populairste creatie was 'Oom Styopa'). In 1942 echter werd hij opgeroepen door Stalin. De Rode Tsaar wou een nieuwe tekst voor het volkslied van de Sovjetunie. Tot dan was dat de Internationale, maar Stalin wou een Russische, nationalere tekst, aangezien het land in volle oorlog was met de Nazi's. In de zomer van '43 was Mikhalkov klaar en op 1 januari 1944 werd het het Nationale Lied van de Sovjetunie (op muziek van de componist Alexander Alexandrov) officieel aangenomen. Na de dood van de dictator in '53 werd de tekst in de vuilbak gesmeten en bleef alleen de muziek over, omdat Stalins naam er iets te veel in voorkwam. In '70 kuiste of 'destaliniseerde' Mikhalkov zijn hymne, maar pas in '77 werd die goedgekeurd en had het land weer tekst in zijn volkslied. Dan viel de Sovjetunie en werd alles weer weggeveegd - tekst én muziek. Pas onder Putin, die de muziek van Alexandrov wou rehabiliteren, zette Mikhalkov zich weer aan het werk en in 2001 was er een nieuwe hymne, die nu nog altijd dienst doet. In het hedendaagse Rusland is hij beter gekend als de vader van de regisseurs Nikita Mikhalkov en Andrey Konchalovsky (de laatste liet de Mikhalkov vallen als familienaam toen hij Rusland verliet). Sergei Vladimirovich Mikhalkov werd 96.

En hier alvast versie n° 2:

woensdag 26 augustus 2009

Abdul Aziz al-Hakim : De oppersjiiet

Abdul Aziz al-Hakim is overleden. De Irakees was één van de invloedrijkste mannen achter de schermen van de Irakese politiek na Saddam Hussein. Al-Hakim stamde van een familie van ayatollahs en zijn vader was tot zijn dood in 1970 één van meest gerespecteerde theologen van de sjiitische Islam. Hij en zijn familie verzetten zich tegen het regime van Saddam Hussein, voornamelijk omdat dat een seculier staatsideaal had en omdat de regerende Baath-partij gedomineerd werd door soennieten. Van de zeven broers van al-Hakim werden er zes vermoord en in zijn hele - uitgebreide - familie vielen er nog eens vijftig slachtoffers onder de beulen van Saddam. Vlak voor de Eerste Golfoorlog (die tussen Irak en Iran, 1980-1988) vluchtten al-Hakim en de zijnen naar Iran, vanwaar ze het verzet bleven organiseren. Daar stampten ze een sjiitische militie uit de grond, die ten tijde van de Amerikaanse invasie in 2003 een slordige 20.000 strijders telde. Toen zijn oudere broer Muhammad Baqr het slachtoffer werd van een autobom nam al-Hakim het roer over van de beweging, Sciri (Supreme Council for the Islamic revolution in Iraq, vanaf 2007 veranderd in de SIIC, de Shia Supreme Iraqi Council), en haar militaire vleugel, de Badr-Brigade. De laatste jaren was al-Hakim in conflict gekomen met de nieuwe premier, Nouri Maliki, die de macht van de sji'a-milities wou intomen - iets dat niet in goede aard viel bij al-Hakim, de leider van één van de grootste milities. De SIIC was ook één van de machtigste, best georganiseerde en invloedrijkste partijen van post-Saddam Irak. Als al-Hakim iets zei, luisterde de rest. Bovendien had hij de steun van grote buur en geloofsgenoot Iran. Verwacht wordt dat hij zal worden opgevolgd door zijn zoon, Ammar. Al-Hakim overleed aan longkanker. Hij was in de 50 (geboren in circa 1950).

Ted Kennedy : The Kennedy Curse

De Kennedy-familie heeft al zoveel ongeluk gehad dat het al een eigen naam heeft: de Kennedy Curse. JFK, de beroemdste Kennedy, werd neergeschoten; zijn jongere broer Robert onderging hetzelfde lot; vier familieleden, waaronder de zoon van JFK, kwamen om in vliegtuigongelukken, de zoon van Robert had een skiongeval en JFK's zuster Rosemary werd een halve plant na een mislukte lobotomie. En de jongste spruit van de negen broers en zussen, Edward Moore Kennedy, heeft ook zo'n zwarte pagina in zijn geschiedenis. Want als er geen Kennedy stierf op een onnatuurlijke manier, had hij altijd wel iets louche aan zijn been. Bij Ted Kennedy was dat het Chappaquiddick Incident in 1969: zijn auto werd teruggevonden in een creek, met daarin de verdronken Mary Jo Kopeche, een campagnemedewerkster. Kennedy beweerde later dat hij de controle over het stuur had verloren en in de creek was gereden. Hij wist uit de auto te kruipen en keerde terug naar zijn hotel zonder het ongeluk aan te geven. Kopeche werd pas de volgende ochtend teruggevonden: later bleek dat ze nog enkele uren in een luchtbel vast zat en dat ze het er waarschijnlijk wel levend vanaf had gebracht, had iemand alarm geslagen. De precieze omstandigheden zijn altijd onduidelijk gebleven, maar Chappaquiddick zorgde er wel voor dat Ted zijn presidentskandidatuur voor 1972 en 1976 in de ijskast kon steken.

Sinds 1962 zetelde de jongste Kennedy in de Senaat, een positie die hij zijn hele leven zou blijven bekleden. Hij was toen al zijn oudste broer kwijt, die in de Tweede Wereldoorlog was omgekomen. In '63 werd JFK neergeschoten in Dallas. In 1964 overleefde Ted een vliegtuigcrash, die hem wel voor de rest van zijn leven opzadelde met rugproblemen. In '68 dan werd zijn lievelingsbroer Robert neergeschoten, waardoor alle hoop van de familie - en alle druk - nu op Teds schouders terechtkwam. In 1980 waagde hij zijn kans bij de presidentsverkiezingen, maar het spook van Chappaquiddick zweefde boven zijn hoofd als een zwaard van Damocles en de Democraten kozen voor Carter als hun kandidaat.

Vanaf dan besloot Ted om zich volledig aan zijn senatoriële carrière te wijden en al snel ontpopte hij zich tot de grote voorvechter van de liberale zaak. Kennedy speelde als geen ander het Amerikaanse politieke spelletje: moeiteloos wist hij de procedures van de Senaat te gebruiken in zijn voordeel. Vriend en vijand kreeg steeds meer respect voor hem, iedereen zocht meer en meer zijn steun en het feit dat hij een Kennedy was, hielp natuurlijk ook. Bij gebrek aan een lange geschiedenis om op terug te vallen en de noodlottige familieperikelen van de Kennedy-clan waren de telgen van dat geslacht zo'n beetje een Amerikaanse koninklijke familie geworden. Ted Kennedy ontpopte zich als een ware Realpolitiker, sloot coalities hier en daar, ook met Republikeinen als dat nodig was, met als gevolg een hele resem vooruitstrevende wetten - naar Amerikaanse normen, wel te verstaan. Ondanks zijn katholieke achtergrond steunde hij abortus, waarbij hij de nadruk legde op het recht van keuze van de vrouw. Zijn Home State, Massachusetts, was de eerste die huwelijken van hetzelfde geslacht toeliet. Immigranten moesten volgens hem meer rechten krijgen (niet echt onlogisch in een land dat volledig op immigranten gebouwd is, iets dat ze daar over de plas nogal snel vergeten) en de wapens in de USA moesten aan banden gelegd worden - gun control was hier het magische woord.

Zijn laatste huzarenstukje was zijn rol als 'koningmaker' in de laatste campagne voor de presidentsverkiezingen. Aanvankelijk bleef hij neutraal, maar uiteindelijk zette hij zijn geld op Barack Obama, die de nominatie en de daaropvolgende verkiezingen won. Obama had de steun van de illustere Kennedy blijkbaar gekregen voor zijn tegenstand aan de oorlog in Irak. Dixit Kennedy, die Hillary Clinton hiermee op haar plaats zette. Het feit dat Hillary's man Bill zich voluit had uitgesproken voor zijn vrouw had er naar het schijnt ook veel mee te maken.
Hoe het ook zij, Ted Kennedy was één van de opvallende aanwezigen bij Obama's inauguratie. In 2008 werd er bij Kennedy een hersentumor ontdekt, die hem uiteindelijk ook zou vellen. Edward Moore Kennedy werd 77. Hij was misschien niet de beroemdste van de clan, maar achteraf bekeken wel degene die het meeste gedaan heeft gekregen.

dinsdag 25 augustus 2009

Toni Sailer: drievoudig Olympisch skikampioen

De eerste man die op de olympische winterspelen alledrie de Alpijnse skidisciplines won, de Oostenrijker Toni Sailer, is overleden na een slepende ziekte. Hij realiseerde die krachttoer op de olympische winterspelen van 1956 in het Italiaanse Cortina d'Ampezzo. Hij zegevierde zowel in de slalom, de reuzenslalom en de afdaling. De olympische competitie gold toen ook als wereldkampioenschap, waardoor Sailer zes vliegen in drie klappen sloeg. Hij werd dat jaar ook wereldkampioen in de combinatie, een niet-olympische discipline.

Op het WK van 1958 evenaarde hij bijna zijn prestatie van op de spelen. Hij veroverde opnieuw goud op de reuzenslalom, de afdaling en de combinatie. Enkel op de slalom moest hij zijn meerdere erkennen in zijn landgenoot Josef Rieder. Sailer werd in zijn land uitgeroepen tot sportman van de eeuw.

Na zijn actieve sportcarrière ging hij de showbizz in: hij werd acteur en schlagerzanger. In 1972 keerde hij terug naar het skiën als technisch directeur en hoofdtrainer bij de Oostenrijkse skifederatie. Later werd hij ook wedstrijdleider bij de Hahnenkammrennen in Kitzbühel. Daarnaast was hij ook actief als technisch-directeur van de internationale
skifederatie FIS bij diverse internationale wedstrijden.

Toni Sailer in actie tijdens de winterspelen van 1956

John Vermeulen : sciencefiction uit Vlaanderen

De Vlaamse auteur John Vermeulen is op 68-jarige leeftijd overleden. Vermeulen werd in 1941 geboren te Antwerpen. Op zijn veertiende reeds publiceerde hij zijn eerste boek, de sciencefictionroman De Vervloekte Planeet. Na zijn afstuderen werkte hij enkele jaren als technicus op een schip en later ging hij in dienst bij Coca Cola. Ondertussen verscheen er ook geregeld een scifi-roman van zijn hand. Vermeulen, een gepassioneerd zeiler, kreeg de kans om echt van zijn pen te gaan leven toen hij hoofdredacteur werd van enkele Belgische watersportmagazines.

Zijn meest succesrijke periode als schrijver kwam er in de jaren '80 toen hij de sciencefiction inruilde voor het meer lucratieve thrillergenre. Op enkele jaren tijd schreef hij een half dozijn luchtige thrillers rond het personage Ansen Wagner, een soort vrouwelijke James Bond met feministische trekjes. Vermeulen was een literaire duizendpoot die zowat alles schreef wat enigszins verkocht. Onder zijn eigen naam (soms gebruikte hij het chiquere John C. Vermeulen) alsook onder de pseudoniemen John Linden en Tessy Bénigne schreef hij karrenvrachten boeken: scifi en thrillers, maar ook horror, historische romans, kinderboeken, non-fictie (waaronder zelfs een kookboek) en blijspelen. Hij was ook auteur van een reeks Vlaamse Filmpjes en publiceerde kortverhalen in Playboy en Penthouse. Onder het pseudoniem Tessy Bénigne, zogezegd een ex-hoertje dat haar memoires schreef, publiceerde hij zelfs enkele erotische romans. Johan Anthierens trapte er volledig in en schreef een lange en lovende recensie voor De Volkskrant.

De laatste jaren kende John Vermeulen weer een revival. Hij was intussen teruggekeerd naar de boeken waar hij mee begonnen was en die hij zelf het liefste schreef, namelijk de sciencefictionromans. Zijn roman Ring van Eeuwigheid uit 2002 wordt algemeen beschouwd (en ook door Vermeulen zelf) als zijn magnum opus. Het is een bijzonder lijvige metafysische roman die motieven als het raadsel 'tijd', ufo's, de missing link en de Bermuda-driehoek aanpakt (en aan dat alles zogezegd een sluitende verklaring geeft). Het werk van John Vermeulen werd vertaald in onder andere het Duits, Japans, Spaans, Hongaars, Frans en Engels. Vooral in Duitsland was hij populair. Van de Duitse vertalingen van zijn historische romans over Pieter Bruegel, De Ekster op de Galg (1992), en Jeroen Bosch, De Tuin der Lusten (2001), werden honderdduizenden exemplaren verkocht. In Vlaanderen werd, tot grote frustratie van Vermeulen, echter vaak de neus opgehaald voor sciencefiction van eigen bodem en blijft men liever zweren bij de gevestigde angelsaksische waarden.

zaterdag 22 augustus 2009

Ernest Levy : Worstelen met de kampen

De meeste mensen mogen al van geluk spreken als ze levend uit één concentratiekamp kwamen. Ernest Levy overleefde het zevenvoud en het zou hem de rest van zijn leven voor existentiële vragen stellen.
Levy werd in 1925 geboren in een Joods-orthodoxe familie in Bratislava, toen nog in Tsjechoslowakije. In de jaren '30 stak het Slovaakse fascisme de kop op en in 1938 werden hij en zijn familie in een kamp aan de Hongaarse grens gestopt. De familie Levy kon de grens met Hongarije oversteken omdat vader Levy de Hongaarse nationaliteit had (Levy's moeder was een Nederlandse). In maart 1944 werden de Levys achterhaald door hun Nazi-achtervolgers toen Duitsland Hongarije binnenviel en bezette. Heel de familie kreeg een enkel ticket richting Auschwitz. Het grootste slachthuis van de Endlösung werd een ware hecatombe voor de Levys. Zijn zuster werd vergast, zijn vader en zijn tante kwijnden weg en stierven. Hij moest toezien hoe zijn broers hun eigen graf moesten graven. Op het einde van de rit bleef alleen Ernest over, samen met zijn grootvader. Door de aanstormende pletwals van het Rode Leger werd Levy in de laatste maanden van de oorlog van het ene kamp naar het andere gesluist. Zijn laatste halte was Belsen, waar hij door de Britse troepen gevonden werd op een berg van 13.000 lijken, nog nauwelijks levend.

Levy werd na de oorlog gerepatrieerd naar Bratislava, maar verhuisde naar Budapest, waar hij aan de slag ging als ingenieur en als cantor in wat toen de grootste synagoge van Europa was. In 1960 was hij een volleerd cantor en trok hij naar Tel Aviv, waar hij zijn zang perfectioneerde. Zijn laatste emigratie bracht hem naar het Schotse glasgow, waar hij de rest van zijn leven zou blijven.

Levy schreef twee memoires: Just One More Dance (1998) en The Single Light (2007). Dat laatste boek mocht hij voorstellen in het Schotse parlement. Hij herinnerde zich nog goed hoe hij Auschwitz binnenreed; het bord aan de ingang was voor hem de ingang naar 'a world of evilness beyond description. We poured out like a sack of potatoes, one on top of another. The reality was that we had arrived in Hell. There you ceased to be a person, you were reduced to a number, totally dehumanised. The stench was lying on your chest and tore your lungs apart.'

Zoals zovelen na hem, worstelde hij met de vraag waar God was toen hij in de kampen zat en hoe hij met al het menselijke lijden moest omgaan. Voor Levy was het antwoord dat God steeds bij hem was, 'down in the dust with me.' De cantor hechtte ook een enorm belang aan licht. Tijdens een mars tussen twee kampen smeet een kampbewaker achteloos een leeggegeten blik sardines weg. Levy wist het op te rapen en gebruikte de weinige olie die er nog inzat om een rudimentaire wiek te maken voor een Chanukka-kaars. Hij zou het blik voor de rest van zijn leven bijhouden.

Ernest kwam zijn toekomstige echtgenote, of all places, in Glasgow tegen. Ook zij was een overlevende van de concentratiekampen en in 1965 stapten ze in het huwelijksbootje.

Ernest Levy werd uiteindelijk 84.

dinsdag 18 augustus 2009

Les Paul : de Gibson Les Paul

De Amerikaanse gitaarbouwer en gitarist Les Paul is op 94-jarige leeftijd overleden aan de gevolgen van een longontsteking. Les Paul (geboren in 1915 als Lester William Polsfuss) was al van kindsbeen af gefascineerd door muziek. Op zijn 8ste kon hij al vlot de mondharmonica bespelen en tegen dat hij 13 jaar was trad hij al op als volleerd country muzikant. Samen met zijn vrouw Mary Ford scoorde hij begin jaren '50 een reeks hits waaronder How High The Moon en Vaya Con Dios die beiden de nummer 1 plaats in de Amerikaanse hitlijsten bemachtigden.

In 1939 bouwde Les Paul één van de eerste elektrische gitaren, die hij The Log noemde. Hij trok met zijn ontwerp naar de Gibson Guitar Corporation waar ze er aanvankelijk niet echt storm voor liepen. Toen Leo Fender eind jaren '40 echter met zijn elektrische gitaren op de markt kwam, ging Gibson toch aan de slag met Pauls ontwerp om zelf een model te produceren die de Gibson Les Paul zou worden. Paul, die op dat moment dus een succesvol muzikant was, werd zelf het gezicht waaraan de naar hem vernoemde gitaar werd opgehangen en tekende een exclusiviteistcontract met Gibson.

De Gibson Les Paul is, samen met de Fender Telecaster, waarschijnlijk de belangrijkste elektrische gitaar die ooit werd gebouwd. Hij wordt gebruikt in zowat alle muziekgenres maar vooral in de rock & roll was het natuurlijk een sleutelinstrument. Fervente Gibson Les Paul spelers waren onder andere Paul McCartney, George Harrison, Keith Richards, Eric Clapton en Jimmy Page. De bekendste individuele Gibson Les Paul gitaar was ongetwijfeld George Harrison zijn kersrode exemplaar dat hij 'Lucy' doopte. De Beatles gitarist zou deze gebruiken voor de opnames van The White Album en later ook voor Let It Be en Abbey Road. Tot zijn dood bleef Lucy Harrisons meest gekoesterde gitaar in een toch indrukwekkende verzameling.

Behalve als gitaarbouwer en als muzikant liet Les Paul zelfs nog op een derde wijze zijn voetafdruk na op de muziekgeschiedenis. Hij was immers ook baanbrekend als opnametechnieker. Zo creëerde hij bijvoorbeeld de eerste achtsporen-recorder die Ampex voor hem zou bouwen in zijn eigen opnamestudio, en ontwikkelde hij het concept 'sound-on-sound recording' ook wel 'overdubben' genoemd.

In 1988 werd Les Paul opgenomen in de Rock & Roll Hall of Fame. De Gibson Les Paul is vandaag de dag nog steeds één van de meest bespeelde en verkochte elektrische gitaren ter wereld.

Hier een Youtube filmpje waarin Les Paul samen met zijn vrouw Mary Ford zijn hit The World Is Waiting For The Sunrise brengt:



En hier in een versie van Revolution staat George Harrison zijn befaamde Gibson Les Paul te betokkelen:

Robert Novak : The Prince of Darkness

Bijna vijf decennia keek krantenlezend Amerika reikhalzend uit naar de Evans Novak Political Report, de bekendste en meest controversiële column in de Verenigde Staten, die het politieke reilen en zeilen in Washington D.C. ontleedde en in meer dan 300 kranten verscheen. De columnisten van dienst waren Rowland Evans en Robert Novak, die elkaar afwisselden. De ene dag schreef Evans, de liberale Democraat, de volgende was het de beurt aan Novak, de geharde right-wing Republican die zijn mening niet onder stoelen of banken stak, met alle gevolgen vandien. Novak werd al snel de 'Prince of Darkness' genoemd, vanwege zijn uitgesproken conservatisme en sarcasme. Maar ondanks het feit dat de Prins der Duisternis er nogal rechts geïnspireerde ideeën op nahield, was hij niet te beroerd om het ook op te nemen tegen zijn ideologische maatjes, de Republikeinen. Iedereen kreeg een veeg uit de pan, wat zijn achtergrond ook was. Hij had geen goed woord over voor Nixon, was tegen de invasie van Irak onder Bush Jr. en McCain beschreef hij als 'wooden, with a campaign that appears to be in shambles.' Zelfs Israël viel soms onder Novaks verbale hakbijl. Eén specifiek lek echter zorgde er bijna voor dat hij de cel invloog. In 2003 publiceerde hij de naam Valerie Plame. Plame was een undercover CIA-agente en de vrouw van Joseph Wilson, die een paar dagen daarvoor nog beweerde dat president Bush Jr. informatie had verdraaid om de Amerikaanse inval in Irak te kunnen rechtvaardigen. Novak kreeg bakken kritiek over zich voor het onthullen van de naam en kwam er uiteindelijk vanaf met een zware boete. Blijkbaar was de hele affaire een wraakactie van Carl Rove, een hoge piet in het Witte Huis die Plame's echtgenoot wou raken. Novak en Evens kregen ook een tv-show. In '93 ging Evans met pensioen en nam Novak de column alleen over. In 2007 publiceerde hij zijn memoires, met de passende titel Prince of Darkness: Fifty Years Reporting in washington. Robert Novak werd 78. Hij overleed aan een hersentumor.

Kim Dae-jung : The Sunshine Policy

De architect van de toenadering tussen Noord- en Zuid-Korea is overleden. Kim Dae-jung werd - volgens de Zuid-Koreaanse presidentiële website - geboren op 6 januari 1924, maar hij zou die geboortdatum later veranderd hebben naar 3 december 1925 om zo niet opgeroepen te worden voor het leger in de koloniale periode, toen Japan het nog voor het zeggen had. Na de Tweede en de Koreaanse oorlog werd Zuid-Korea decennialang geregeerd door een hele resem militaire dictators. Kim besloot om in de politiek te gaan en maakte zijn eerste opgemerkte debuut in 1961 toen hij de toenmalige sterke leider Park Chung-hee bekritiseerde in het Parlement. Vanaf dan werd hij de spreekbuis van de democratische oppositie en in 1971 slaagde hij er net niet in om tot president te worden verkozen, met 46% van de stemmen. Een maand later overleefde hij de eerste van vijf aanslagen toen een vrachtwagen zijn auto van de weg ramde. Kim ontsnapte, maar hield er een mank been aan over. In 1973 werd hij ontvoerd door de Zuid-Koreaanse geheime dienst, die hem terug naar Seoel bracht. Blijkbaar was het alleen aan de interventie van de Amerikaanse ambassadeur te danken dat hij niet onmiddellijk tegen de muur werd gezet. In plaats daarvan kreeg hij huisarrest. Bij de dood van Park in 1979 werd hij door diens opvolger Chun Doo-hwan (weer een generaal) weer ter dood veroordeeld, maar, alweer dankzij de Amerikanen, werd dat omgezet in 20 jaar. In 1982 verliet hij Zuid-Korea voor de VS, maar drie jar later was hij weer terug, waar hij - ondertussen naar goede gewoonte - weer onder huisarrest werd gezet. In 1997 kwam dan zijn grote moment en werd hij tot president verkozen - de eerste vredige machtsovername van een regerende partij naar de oppositie sinds 1948. Hij bleef president tot 2003 en in die tijd redde hij Zuid-Korea van een economische crisis en, vooral, zorgde hij voor een détente met het stalinistische Noord-Korea, door een beleid van toenadering te volgen dat hij de 'Sunshine Policy' noemde. In 2000 leidde dit tot een historische ontmoeting met Kim Jong-il, waar hij datzelfde jaar nog de Nobelprijs voor kreeg. Volgens Kim Dae-jung zou dit zijn grootste prestatie blijven. Hij heeft blijkbaar indruk nagelaten, want de Noord-Koreaanse regering heeft al laten weten dat het een delegatie naar zijn begrafenis zal sturen. Kim Dae-jung werd 85; hij overleed aan hartfalen.

woensdag 12 augustus 2009

Budd Schulberg : "I coulda been a contender"

Het zijn zwarte dagen voor de crew van On the Waterfront. Na acteur Karl Malden vorige maand is nu ook scenarist Budd Schulberg op 95-jarige leeftijd overleden. Schulberg werd in 1914 geboren in zogenaamde Hollywood royalty. Zijn vader was de baas van Paramount Pictures en één van de pioniers in Hollywood. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij één van de eerste soldaten die betrokken was bij de bevrijding van de concentratiekampen. Hij was ook degene die Leni Riefenstahl arresteerde in haar chalet in Kitzbühel opdat zij nazi-oorlogsmisdadigers kon identificeren die opdoken in door de geallieerden gevonden filmmateriaal.

Schulberg was auteur van een aantal romans waaronder What makes Sammy run dat bij publicatie een literaire sensatie was in Amerika. Aan deze kant van de grote plas zijn zijn romans echter nauwelijks bekend. Schulberg had enkele enorme sterren in zijn nauwe vriendenkring waaronder Mohammed Ali, wiens schouder om op te huilen hij was na het verliezen van sommige boksmatchen, en de auteurs Ernest Hemingway en F. Scott Fitzgerald. Het verhaal in de laatste, postume roman van Fitzgerald, The Last Tycoon, is in grote mate geïnspireerd door het levensverhaal van Schulberg.

Schulberg zal natuurlijk hoofdzakelijk de geschiedenisboeken ingaan als de scenarist van On the Waterfront, de magistrale film van Elia Kazan met Marlon Brando in de hoofdrol. Deze prent, die 8 oscars won in 1954 waaronder Beste Film, Beste Acteur en Beste Scenario voor Schulberg zelf, wordt algemeen beschouwd als één van de allergrootste parels uit de filmgeschiedenis. Marlon Brando speelt Terry Malloy, een simpele dokwerker die de moed heeft om te getuigen tegen de lokale maffiabaas/voorzitter van de dokwerkersvakbond. Dat zijn broer Charley de advocaat is van die bewuste maffioso maakt het er niet makkelijker op.

Er zit ook een beetje een schandvlek op Schulbergs leven. In 1951 werd hij als ex-communist opgeroepen om te getuigen voor de House Un-American Activities Committee, de parlementaire onderzoekscommissie geleid door senator Joseph McCarthy die eigenlijk een totale heksenjacht was naar alles wat enigszins op communisme leek. Schulberg was op dat moment al bijzonder gedesillusionneerd in het communistische gedachtegoed. Net als Elia Kazan noemde hij voor de commissie namen van bepaalde Hollywood communisten, iets wat hen bij een groot deel van hun collega's voor de eeuwigheid zou verbranden. (Ter illustratie: toen Kazan bijna 50 jaar later tijdens de oscaruitreiking van 1999 een Lifetime Achievement Award kreeg, werd hij door een groot deel van de zaal uitgefloten terwijl hij naar het podium kwam en een kwart van de aanwezigen bleef tijdens de staande ovatie gewoon zitten.)

Hieronder een YouTube filmpje met de bekendste scene uit On the Waterfront, de taxi-scene tussen Brando en Rod Steiger (die zijn broer Charley speelt) met de woorden "I coulda been a contender", één van de beroemdste oneliners uit de filmgeschiedenis. Een interessante anecdote hierbij is dat Brando de scène helemaal niet zag zitten en ervoor had geijverd om ze uit het script te schrappen. In een interview met Schulberg zegt deze hierover het volgende: "I said: 'Marlon, everybody loves that scene except you. Why?' He said: 'Steiger has a gun. If someone is pointing a gun at you, you're not going to make a long speech like that.' Kazan said, 'Why don't you just push his gun aside?' That was the end of the argument." Ondertussen wordt deze scène beschouwd als één van de absolute hoogtepunten in het toch ecclatante oeuvre van Marlon Brando.

Glenn Gemeiner: BV-kapper

Glenn Gemeiner, beter bekend als de BV-Kapper, is overleden. Hij is bekend geworden als de kapper van vele Bekende Vlamingen (Tanja Dexters, Phaedra Hoste, Els De Schepper, Jo De Poorter, Valerie De Booser, Joyce De Troch, Rani De Coninck, Pieter Loridon...). Hij was ook de zaakvoerder van de kapperszaak Cliént, dat acht filialen telt in Vlaanderen. Als kapper van de BV's was hij een graag geziene gast in televisieprogramma's en op evenementen.

In april van dit jaar werd bekend dat de Showbizzkapper besmet was met de zeer agressieve, vleesetende bacterie Staphylococcus pyogenes. Dit is een variant van een eerder banale bacterie, de streptokok die keelpijn veroorzaakt. De variant echter dringt het weefsel binnen via een open wondje en tast razendsnel het lichaam aan.

"Na enkele uren ontwikkelen zich al zwarte vlekken onder de huid. Het is een soort explosieve overreactie van het immuunsysteem op de infectie. Het weefsel sterft razendsnel af en de infectie verspreidt zich verder," zegt professor microbiologie Herman Goossens in De Morgen.

De naam 'vleesetende bacterie' is afkomstig van beschrijvingen door patiënten, vervolgt Goossens. "Zij beschrijven een ontzettend felle pijn. Het tast hun weefsel zo snel aan dat ze het gevoel hebben dat ze worden opgegeten. Ledematen kunnen afsterven op één of twee dagen."

De showbizzkapper had deze bacterie opgelopen na een liposuctie in april 2009. Enkele dagen na de operatie kreeg de kapper pijn in zijn buik en werd hij overgebracht naar UZ Leuven waar razendsnel een nier en 1/3 van zijn huid werd verwijderd. Na deze operatie was zijn toestand gestabiliseerd en werd hij in een kunstmatig coma gehouden.

Zijn toestand verbeterde van tijd tot tijd, maar nu is Glenn bezweken. Hij werd nog even uit zijn coma gehaald om te praten met familie en vrienden. Hij laat een vrouw en zoon achter.

dinsdag 11 augustus 2009

Eunice Kennedy : De Special Olympics Kennedy

Eunice Shriver, née Kennedy, is dood. Zoals haar meisjesnaam al doet vermoeden was de vrouw een lid van de beroemde en beruchte Kennedy-clan: JFK was haar oudere broer. Deze Kennedy maakte zich beroemd door de vrouw achter de Special Olympics te worden, de Olympische Spelen voor mentaal gehandicapten. Eunice's oudere zuster Rosemary onderging op haar 23 een lobotomie, waardoor ze voor de rest van haar leven mentaal gehandicapt was (het idee was dat haar mood swings gekalmeerd werden, die de familie de muren opjaagde; het resultaat was een incontinente Rosemary met een kindermentaliteit, die uren naar lege muren zat te staren). De Special Olympics begonnen in 1962 als een soort van zomerkamp in haar tuin. Het gebeuren groeide al gauw uit tot iets groots en in 1968 werden de eerste Internationale Special Olympics gehouden in Chicago. Nu nemen er 3,1 miljoen mensen aan deel, in 228 programma's over 170 landen. Eunice was ook de moeder van Maria Shriver. Die zou later trouwen met de alomgekende Arnold Schwarzenegger, tegenwoordig de Republikeinse "governator" van Californië en daarvoor ster in een resem films, beginnende met het afgrijselijke edoch hilarische Hercules in New York (1970; Ah-nulds Engels was toen zo slecht dat hij nog gedubt moest worden) tot Terminator 3 (2003). Eunice Kennedy Shriver werd 88.

Willy Deville: getormenteerde romancier

Een in memoriam schrijven over Willy Deville is geen eenvoudige opdracht: de man is zo moeilijk te typeren. Stijlicoon of in lompen geklede gitan? Romancier of drugsverslaafde vrouwenzot? Deville, né William Borsay, zei zelf over dat schizofrene: “er is een hele zachte, vrouwelijke Willy Deville, de Willy die af en toe huilt en ervoor zorgt dat ik me kleed zoals ik me kleed. En er is een harde Willy Deville die heel woest en kwaad kan worden, en dat is de mean motherfucker die je ook op het podium ziet. De ene helft zegt: wees een gentleman, de andere helft zegt: fuck you.” En zijn muziek: is het rock ’n roll of salsa? Is het pop of in een cajunsausje badende blues? Ze is niet onder één noemer te brengen. Met als gevolg voor het publiek: “love it or hate it”.

Deville (en zijn muziek) was van dat alles een beetje, behalve dan de drugsverslaafde, dat was hij bij momenten heel veel. Gevolg van die “live fast”, was niet alleen de traditionele ‘die young’ maar ook paranoia, mensenschuwheid, en - u raadt het al - schizofrenie. Maar net die mengeling maakt ’s mans muziek ook spannend.

Hij stak voor het eerst de neus aan het venster in een periode dat ook de New York Dolls, de Ramones en de Sex Pistols opkwamen. En net zoals dat bij punkers het geval was, wilde Deville back to basics. Toen hij zijn begeleidingsband zocht zei hij “I was looking for musicians who had heart, instead of playin' 20-minute guitar solos, which is pure ego.”

Met die groep - die hij Mink Deville doopte - speelde hij zijn eerste concerten in de New Yorkse punkclub CBGB, waar hij opgemerkt werd door Ben Edmonds van Capitol Records: "He went down to see Tuff Darts. We didn't even have our piano player that night, and we just played a really short set . . . but he really liked us. Before you know it, I was up in this big hotel room, having wine and talking with him."

Resultaat: een eerste album ‘Cabretta’ en een eerste hit ‘Spanish Stroll’. Later volgden nog (solo)successen met “Demasiado Corazon” en zijn bewerking van Jimi Hendrix’ “Hey Joe”. Zijn succesalbums kregen Franse namen mee: “Le Chat Noir”, “Savoir Faire” en “Coup de Graçe”. Naar zijn muzikale invloeden gevraagd, noemt hij dan ook niet alleen Amerikaanse rock ’n roll en rythm ’n bluesartiesten, maar ook Edith Piaf en Jacques Brel.

Omdat hij na tien jaar tot de vaststelling kwam dat er – naast hijzelf dan – geen enkel bandlid van Mink Deville nog van de originele bezetting was, besloot hij om de groep op te doeken en alleen verder te gaan. Zijn eerste solo-album, Miracle, werd geproducet door Mark Knopfler en de Academy bedacht hem met een Oscarnominatie voor het nummer Storybook Love (gebruikt in de film The Princess Bride). Later breide hij nog een meer jazzy stukje aan zijn carrière toen hij in New Orleans ging samenwerken met Allen Toussaint en Dr. John voor het album “Victory Mixture”.

Op het einde van zijn leven vond hij eindelijk wat stabiliteit en geluk bij zijn levensgezellin Nora. Het was zij die zijn ziekte en overlijden wereldkundig maakte. Deville leefde de 59 jaren die zijn leven uiteindelijk telde aan 200 per uur: ‘,Life's a banquet and most poor bastards are starvin' I may die tomorrow, I live for today.

Spanish Stroll Live



Demasiado Corazon



Hey Joe à la Deville

maandag 10 augustus 2009

Ernest Glinne : Oud-minister

Ernest Glinne is overleden. De Carolo begon zijn politieke carrière bij de socialisten: tussen 1961-1980 en 1983-84 zetelde de man als volksvertegenwoordiger voor de PS voor het arrondissement Charleroi. Glinne behoorde tot de linkervleugel van de partij en in 1973 werd hij voor een jaartje minister van Tewerkstelling en Arbeid. In 1979 ging hij Europees en werd hij herkozen in 1984 en 1989 (hij zetelde van 1979 tot 1994). Ook in 1979 werd hij direct fractievoorzitter van de Socialistische fractie in het Europees Parlement. Bij de PS-voorzittersverkiezingen van 1981 verloor hij nipt van Guy Spitaels. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2000 en 2006 kwam hij te Courcelles op voor Ecolo en werd hij telkens verkozen. Vanaf april 2009 zetelde hij niet meer voor Ecolo, maar was hij overgesprongen naar de Rassemblement Wallonie-France, een rattachistische partij die Wallonië bij Frankrijk wil. De man profileerde zich als republikein en laïcist tot op het bot. Volgens Glinne was het duidelijk dat Vlaanderen alleen maar geïnteresseerd was in onafhankelijkheid en dat de Walen dus ook maar hun conclusies moesten trekken. Zijn toetreding tot de RWF was voor hem een laatste politiek statement, een manier om te tonen dat hij hartstochtelijke geloofde in het federalisme én in de Waalse regio. Ernest Glinne werd 78.

vrijdag 7 augustus 2009

John Hughes: Home Alone 1, 2 en 3


De Amerikaanse filmmaker John Hughes is bezweken aan een hartaanval. Hughes is scenaist van een aantal “teen comedies” uit de jaren 80 als daar zijn The Breakfast Club, Ferris Bueller’s Day Off en Sixteen Candles maar ook van family movies als Curly Sue en Beethoven.

In 1990 pende hij het scenario neer voor Home Alone, over de belevenissen van een kind dat thuis door zijn ouders vergeten wordt en een aantal inbrekers te slim af is. Een echte kaskraker in die tijd. De film haalde zowat 500 miljoen dollar op, genoeg om het noodlijdende News Corp – de eigenaar van 20th century fox - er weer bovenop te helpen.

Hughes haalde de niet bepaald gezegende leeftijd van 59 jaar.


De trailer van The Breakfast Club:



De Trailer van Home Alone 1:

Ferdi E.: Moordenaar van Gerrit Jan Heijn

Als je enkel met je voornaam en de eerste leter van je achternaam in de krant staat, dan weet je dat je wel eens voor "foute" redenen beroemd zou geworden kunnen zijn. Dat geldt dus ook voor Ferdi E.
De moord op Gerrit Jan Heijn, topman het Nederlandse supermarktconcern Ahold, deed in 1987 veel stof opwaaien in België en Nederland. Hij werd op de fiets aangereden door een graafmachine, nadat hij had verzuimd voorrang te verlenen.
Ferdi E. werd in april 1988 gearresteerd. De zaak-Heijn was toen al zeven maanden onopgelost. De Ahold-topman verdween op 9 september 1987, nadat hij zijn woning had verlaten voor een tandartsbezoek. Achteraf bleek dat E. Heijn al op de dag van de ontvoering had doodgeschoten, maar diens familie en het Ahold-concern maandenlang in de waan liet dat Heijn nog leefde. E. schreef dertien losgeldbrieven aan de familie Heijn en stuurde onder meer de pink van zijn slachtoffer, die hij afsneed nadat hij hem had vermoord, op als drukkingsmiddel.
In november 1987 kreeg hij een deel van het door hem geëiste losgeld en 1236 diamanten. Tegen Kerstmis begon E. dat geld in een supermarkt in Amsterdam-Noord uit te geven, waardoor hij tegen de lamp liep. Pas nadat de man op 6 april 1988 werd opgepakt, bleek dat Gerrit Jan Heijn al lang niet meer leefde.
E. werd in november 1988 door het gerechtshof in Amsterdam veroordeeld tot twintig jaar gevangenisstraf en terbeschikkingstelling van de regering. Na zeven jaar in de gevangenis te hebben doorgebracht, werd hij voor de tbs-behandeling in een kliniek geplaatst. Die eindigde na drie jaar. In 1999 diende de man een gratieverzoek in, dat werd afgewezen. Twee jaar later kwam E. vrij.

Bobby Robson: every inch a gentleman

Het WK Voetbal van 1990 in Italië ligt de Belgische voetballiefhebber nog steeds op de maag. In de achtste finale werden de Rode Duivels eruit geknikkerd door Engeland. De naam David Platt is zelfs in Engeland al iedereen vergeten, maar in België krijgen veel sportliefhebbers nog koude rillingen als ze de naam horen. Platt velde het harde verdict voor België diep in de verlengingen: 2-1 voor de Britten, België naar huis.

Aan het roer van het Engelse elftal stond toen trainer Bobby Robson, ondertussen Sir Bobby Robson. Robson overleed op 76-jarige leeftijd aan kanker. Robson is een legende in het Engelse voetbal, die het zowel als speler als als trainer maakte. Zijn spelerscarrière leidde Robson naar Fulham en West Bromwich Albion. Hij speelde op Craven Cottage van 1950 tot 1956 en van 1962 tot 1967 en op The Hawthorns van 1956 tot 1962. In die periode verzamelde Robson 20 caps voor de Engelse nationale ploeg waarin hij 4 keer scoorde.

Ook de trainerscarrière van Robson was succesvol. Het strafste wat hij deed als trainer was een grijze ploeg als Ipswich Town omtoveren tot een topper in de Premier League en in Europa. Tijdens zijn passage pakte hij met Ipswich de FA Cup en won hij in 1982 de Uefa Cup. De Football Association was onder de indruk van de prestaties van Bobby en hij werd in 1982 nationaal selectieheer. Dat bleef hij tot 1990, na het WK waarin de halve finales gehaald werden. Naderhand ging hij nog aan de slag bij Europese (sub)topclubs als PSV Eindhoven (2x landskampioen), Porto (2x landskampioen), Sporting Lissabon, Barcelona (Beker voor bekerwinnaars en Copa del Rey) en Newcastle.

Jos Kennis: Jacobus moet verder zonder Corneel

Acteur Jos Kennis is in Overijse overleden op 70-jarige leeftijd. Kennis werd vooral bekend van zijn rol als de besnorde klusjesman Corneel in de kinderserie Jacobus en Corneel. Die twee beleefden in de jaren tachtig allerlei avonturen op hun tandem en schonken de kinderen van toen en de prille dertigers van nu uren televisieplezier. De acteurs spraken niet, maar het verhaal werd door een verteller (Nolle Versyp) gebracht. De rol van Jacobus werd gespeeld door de Tiense acteur Jappe Claes (57), die tegenwoordig les geeft aan de toneelschool in Amsterdam.

Jos Kennis speelde verder veelal kleinere rollen Kennis in jeugdseries als Merlina, Postbus X en Samson. Ook in de soap Familie dook hij even op en z'n laatste tv-rol was als pyromaan in de vtm-reeks Spoed in 2003.

Jimmy Bedford : Mr. Jack Daniel's

James Howard "Jimmy" Bedford is het hoekje om. Jimmy was in 1968 beginnen werken bij de Jack Daniel's Distillery. De volgende twee decennia leerde hij alle kneepjes van het vak en in 1988 werd hij benoemd tot Master Distiller, de zesde in de geschiedenis van het bedrijf (de foto rechts toont hem met zijn vijf illustere voorgangers op de achtergrond). Zijn job was, aldus de New York Times, "one of the most enviable imaginable - making sure Jack Daniel's Old No. 7 Tennessee Whiskey tasted just the way it had since 1866." Hij overzag het hele productieproces van de whisky, van "milling, yeasting, fermenting" tot "distilling". Maar Jimmy Bedford deed nog meer dan dat: hij reisde van hot naar her waar hij zijn drank aan de man bracht als een soort van whisky-ambassadeur. Proefseminaries, handtekeningen op flessen, optredens in commercials, het hoorde er allemaal bij. De Master Distiller bracht ook, voor de eerste keer in 100 jaar, nieuwe brands op de markt: Gentleman Jack, omschreven als "charcoal mellowed twice", en Jack Daniel's Single Barrel, "for those who want to some variation from the slightly sweet and smoky taste of Old No. 7." Vorig jaar gaf Bedford de fakkel door aan Jeff Arnett, nu de zevende Master Distiller. Jimmy had zijn titel afgestaan nadat hij in opspraak was gekomen voor sexual harassment, een aanklacht die buiten de rechtszalen afgehandeld werd. De "Guardian of Jack Daniel's" werd 69 voor hij overleed aan een hartaanval.

woensdag 5 augustus 2009

Baitullah Mehsud : Pakistaanse Taliban n° 1

Een onbemande Amerikaanse 'drone' heeft Baitullah Mehsud letterlijk van het dak geblazen. Mehsud was de Talibanleider van Zuid-Waziristan, een aan Afghanistan grenzende regio in Pakistan waar de Taliban nog welig tieren en dat beschouwd werd als een soort van veilige haven voor iedereen die wat met al-Qaeda en de Taliban te maken hebben. Mehsud regeerde er sinds begin 2005, toen hij door middel van een guerilla-oorlog het Pakistaanse leger uit de regio had gekregen. Hij regeerde het gebied als een soort van persoonlijk leengoed en van daaruit werden er een hele reeks zelfmoordaanslagen doorheen heel Pakistan gecoördineerd. Mehsud was de leider van de door hemzelf uit de grond gestampte Tehrik Taleban Pakistan (TTP), die op hun hoogtepunt een slordige 20.000 strijders omvatte. De BBC kon Mehsud in 2007 nog klissen voor een exclusief interview. Daar beweerde hij dat hun uiteindelijke doel de 'bevrijding' van Afghanistan was door jihad. Immers, aldus nog steeds Mehsud, "alleen de jihad ken vrede brengen in de wereld". Mehsud werd er zelfs van verdacht dat hij het brein was achter de moord op de voormalige Pakistaanse premier Benazir Buttho. Helaas voor Taliban nummer 1 werd hij op het dak zat van het huis van zijn schoonvader naar de andere wereld geholpen door een goedgeplaatste raket. Ondertussen wordt er een nieuwe leider gezocht en dat zorgt hier en daar voor verhitte discussies. Er zijn twee rivaliserende fracties die nu lustig op elkaar aan het knallen zijn. Volgens de woordvoerder van de Taliban gaat het gewoon om 'meningsverschillen'. Mehsud werd ongeveer 35 (men vermoedt dat hij in ca. 1974 geboren is).

maandag 3 augustus 2009

Nikolaos Makarezos : de "Junta van de Kolonels"

Nikolaos Makarezos is dood. De Griekse kolonel was één van de mannen achter het beruchte 'Kolonelsregime' in Griekenland in de periode 1967-1974. Op 21 april 1967 pleegden Makarezos, zijn collega-kolonel Georgios Papadoupoulos en brigadier Stylianos Pattakos een staatsgreep op de regering van Panagiotis Kanellopoulos, die voor de volgende zeven jaar onder huisarrest werd geplaatst. Makarezos ontpopte zich als een spilfiguur in de junta-regeringen. Tot 1971 was hij de Minister van Coördinatie, daarna, tot oktober 1973, was hij vice-premier. Hij was de enige van de kolonels die iets afwist van economie, dus werd hij ineens ook de economische planner van dienst. In het begin liep alles vlotjes, dankzij massale buitenlandse investeringen, maar tegen 1973 was heel de economie ten prooi gevallen aan corruptie, financiële schandalen en politieke stagnatie. Toen Papadoupoulos begon te experimenteren met democratie, werd Makarezos de laan uitgestuurd. Papadoupoulos zelf volgde niet veel later en in 1974 werd de democratie hersteld. Makarezos werd gearresteerd en veroordeeld tot de doodstraf voor verraad en rebellie. Zijn straf werd later omgezet in levenslang, maar sinds 1990 was hij alweer op vrije voeten omwille van medische redenen. Hij bleef wel onder huisarrest. Van de misdaden onder het regime had hij spijt, maar hij bleef er van overtuigd dat zijn economische politiek het beste was dat Griekenland de voorbije decennia was overkomen. Makarezos werd 90.

zaterdag 1 augustus 2009

Corazon Aquino : De eerste presidente van de Filippijnen

In 1986 riep Fernando Marcos zichzelf uit tot overwinnaar van de presidentsverkiezingen in de Filippijnen. Marcos was toen al 20 jaar lang de sterke man van de eilandenstaat, waar hij met ijzeren hand iedereen onder de plak hield. Op 21 augustus 1983 liet Marcos zijn tegenstander uit de oppositie Benigno Aquino Jr., vermoorden, die toen net terugkwam uit ballingschap in de Verenigde Staten. Aquino was nog maar een paar minuten op Filippijnse grond of hij werd nog op de tarmak neergeschoten. Maar de moord op Aquino Jr. zette een stroom gebeurtenissen in gang waarop Marcos niet gerekend had. Enkele dagen na de moord keerde Aquino's vrouw terug om de begrafenis te leiden. Maria Corazon Cujuangco Aquino was haar naam, en de vrouw die zichzelf omschreef als een "gewone huisvrouw" werd het middelpunt van een gigantische volksbeweging die Marcos aan de kant dreef en haarzelf triomfantelijk binnenhaalde als eerste vrouwelijke president van de Filippijnen. Aanvankelijk was ze niet echt happig op al die politieke belangstelling. Maar ze had de steun van de bevolking en de katholieke kerk, en bovenal het martelaarschap van haar man. Ze zou opkomen voor de verkiezingen zei ze, maar alleen als er een miljoen handtekeningen verzameld werden. Marcos zag alles van kwaad naar erger gaan en schreef in 1985 nieuwe verkiezingen uit. De handtekeningen werden gemakkelijk verzameld en de weduwe versloeg Marcos met gemak. Die riep zichzelf uit tot overwinnaar maar het was overduidelijk dat dat opgezet spel was en al snel liepen de straten rond met honderdduizenden Filippino's die een campagne voerden van burgerlijke ongehoorzaamheid en een boycot van winkels die door Marcos-sympathisanten werden uitgebaat. Toen ook het leger de kant van Corazon Aquino koos, was het met Marcos gedaan en vluchtte hij het land uit. De machtsovername werd later omgedoopt tot de People Power Revolution. Tot 1992 zou Aquino het land leidden en in die periode voerde ze belangrijke hervormingen door, werd ze Woman of the Year en overleefde ze een drietal coups van Marcos-sympathisers. Het gelukkigste moment van haar leven was toen ze de presidentiële fakkel vreedzaam kon doorgeven aan haar democratisch verkozen opvolger. Ze overleed aan kanker. Corazon Aquino werd 76.