maandag 23 mei 2011

Xavier Tondo : que injusta es la vida

De Spaanse wielrenner Xavier Tondo is op 32-jarige leeftijd overleden in een bizar ongeluk. Tondo werd in 2003 prof bij het bescheiden Paternina. De daarop volgende jaren bleef hij rijden voor Spaanse en Portugese continentale teams zoals Relax-Fuenlabrada en Andalucia-Cajasur. Bij die laatste bevestigde Tondo in 2009 als een uitstekend klimmer en ronderenner door een indrukwekkend seizoen bijeen te fietsen. Dat jaar finishte hij onder andere als 2de in de Ruta del Sol en in de Ronde van Burgos, plus nog een reeks top tien plaatsen in andere typische Spaanse rittenwedstrijden.

In 2010 kreeg hij zijn kans bij de ploeg Cervelo waar hij als meesterknecht / schaduwkopman van voormalig Tourwinnaar Carlos Sastre zou worden uitgespeeld. Het seizoen begon fantastisch. Tondo won een etappe in Parijs-Nice en een etappe in de Ronde van Catalonië, waar hij tevens 2de werd in het algemeen klassement. Dat najaar stond hij ook aan de start van de Ronde van Spanje. Tondo presteerde hier verbazend sterk en regelmatig. Hij eindigde op een schitterende 6de plaats in het eindklassement van de Vuelta, zowaar nog twee plaatsen voor zijn eigenlijke kopman Sastre. Niet slecht voor een man die slechts een jaar eerder, in de Vuelta 2009, zijn eerste grote ronde had gereden. Het leverde hem voor 2011 een lucratief contract op bij Team Movistar, de grote Spaanse ploeg van Eusebio Unzue. En ook dit jaar was hij weer lekker bezig: 6de in de Ronde van het Baskenland, 5de in de Ronde van Catalonië, en nog maar een maand geleden winnaar van de Ronde van Castillië en Leon. In juli zou Xavier Tondo als absolute kopman bij Movistar worden uitgespeeld in het grootste wielerfeest ter wereld, de Tour de France.

Het was ter voorbereiding van de Tour dat Tondo en enkele ploegmaten in Pradollano logeerden om te kunnen trainen in de Sierra Nevada. Vanochtend even na 10u maakten Tondo en zijn ploegmakker Benat Intxausti zich klaar om met de wagen naar de bergen te rijden waar ze hun fietsen zouden uitladen en hun kilometers zouden malen. Tondo had de wagen al uit de garagebox van zijn huurappartement gereden toen hij nog eens uitstapte. Daarna is hij op één of andere manier vast komen te zitten tussen de wagen en de dichtschuivende garagepoort waardoor hij verpletterd werd. Intxausti, die op de passagiersstoel zat, zag het gebeuren maar kon niets doen. Tondo overleed ter plekke.

Amper twee weken nadat Wouter Weylandt levenloos bleef liggen op het Italiaanse asfalt, verliest de koers nog maar eens één van zijn jonge helden. Eén die de laatste tijd dus tot volledige ontbolstering aan het komen was en wiens meest heroïsche prestaties meer dan waarschijnlijk nog in de toekomst lagen. Op zijn Twitterpagina uitte drievoudig Tourwinnaar Alberto Contador in eenvoudige maar universeel klinkende woorden zijn gevoelens over deze tragedie: "Que injusta es la vida y dificil de comprender en ciertos momentos." Xavier Tondo zal echter wel herinnerd blijven dankzij zijn geweldige klimmersbenen en zijn mooie, gekortwiekte palmares.


Hieronder nog enkele mooie plaatjes van slechts een maand geleden met Xavier Tondo (tussen Igor Anton en Bauke Mollema) op het hoogste podium als eindwinnaar van de Ronde van Castillië en Leon.


















En in diezelfde rittenwedstrijd, fier als een gieter in zijn grijze leiderstrui, de hand schuddend van Alberto Contador.


















En hier een video van zijn zege in de 6de etappe van Parijs-Nice in 2010, met ook een interview met de stralende winnaar:

maandag 9 mei 2011

Wouter Weylandt : gesneuveld in het harnas

De Vlaamse wielrenner Wouter Weylandt is op 26-jarige leeftijd verongelukt. Weylandt werd in 1984 geboren te Gent. In 2005 werd het jonge sprinttalent profrenner en wel meteen bij Quickstep, de absolute topploeg van België, waar hij 6 seizoenen zou blijven rijden. Weylandt gebruikte zijn sprintsnelheid vooral als loods voor Tom Boonen, de absolute topsprinter bij Quickstep. Toch graaide hij best wel wat zeges mee in massasprints in kleinere rittenwedstrijden en kermiskoersen waar hij zijn kans mocht gaan. Plots was het dan serieus prijs toen hij in 2008 in Valladolid de 17de etappe van de Ronde van Spanje wist te winnen in een massasprint. In 2010 sprintte hij in Middelburg opnieuw naar een dagzege in een grote ronde, met name in de 3de etappe van de Ronde van Italië toen deze in Nederland passeerde.

Aan het einde van dat jaar verliet Weylandt zijn vertrouwde ploeg Quickstep en kreeg voor 2011 een contract bij de prestigieuze nieuwe formatie Leopard Trek waar oa ook Fabian Cancellara en de gebroeders Schleck naartoe gingen. Bij Leopard mocht topsprinter Daniele Bennati uiteraard de dienst gaan uitmaken in de weinige vlakke etappes in de ronde van zijn land. Een week voor de start van de Giro kwam Bennati echter ten val in de Ronde van Romandië en brak zijn sleutelbeen. Zodoende werd Weylandt, de 'tweede' sprinter van het team, als vervanger opgesteld, alhoewel hij uit vorm was en de Giro niet op zijn jaarplanning had gestaan. Gisteren, tijdens de eerste rit in lijn, begon alles goed voor Weylandt die keurig op een 9de plaats in de sprint eindigde.

Vandaag stond de 3de etappe van de Giro 2011 op het menu, een mooie rit van Reggio Emilia naar Rapallo waarin het noodlot ongenadig hard toesloeg. Tijdens de afdaling van de Passa del Bocco kwam Wouter Weylandt met zijn linkerpedaal in aanraking met een rotswand. Hierdoor is hij over de kop gegaan en met zijn hoofd op de rotsen terecht gekomen. De schedelbreuk die hij daarbij opliep kostte hem ter plekke het leven. Men heeft hem nog gedurende 15 minuten tevergeefs proberen te reanimeren en hem vervolgens naar een ziekenhuis overgevlogen waar men echter slechts zijn dood kon vaststellen.

Men kan vele goeie dingen zeggen over Wouter Weylandt, en men hoeft ze niet eens aan te dikken omdat hij nu toevallig gestorven is want ze zijn allemaal waar. Hij werd alom geprezen als een goedlachse gast, die altijd vriendelijk bleef (zelfs als hij weer eens een bak niet altijd even terechte en alles behalve motiverende kritiek van zijn eigen ploegmanager Patrick Lefèvre over zich heen kreeg), en die altijd tijd vrijmaakte voor fans en pers. Hij stond bekend als een mooie jongen, met veel aandacht voor uiterlijk en kledij, populair bij de meisjes. Natuurlijk was er ook dat sappige Gentse accent waarin hij altijd zijn vlotte babbel deed. Maar bovenal was het een prima renner die op zijn zesentwintigste al een leuk palmares had en die best nog wel groeimarge had en nog mooie koersen had kunnen winnen, ware hem meer tijd gegund geweest. Dat deze jongen aan het Italiaanse asfalt moest blijven plakken om nooit weer op te staan, in een wedstrijd waar hij enkel aanwezig was door de val van Bennati, op een dag die een blijde verjaardag voor hem had moeten zijn bijna dag op dag één jaar na zijn grootste zege in diezelfde 3de etappe van diezelfde grote ronde, met aan het thuisfront zijn vriendin vijf maanden zwanger van zijn eerste kind... Grimmiger wordt het zelden.

Het leek een mooie lente te worden: Boonen, Nuyens, Vansummeren, Gilbert, de Belgen wonnen letterlijk alles, zoals ze dat in geen decennia meer gedaan hadden. De dood van Wouter Weylandt hult die Belgische wielerlente echter in een donkere mist. Hij is de zoveelste uit een te lange rij van jonge wielergoden die ons op een paar jaren tijd werden ontstolen, na Frank Vandenbroucke, Dimitri De Fauw en Frederiek Nolf.

De cérémonie protocolaire werd vandaag afgeschaft, voor de tv-camera's en op hun Twitterpagina's drukten renners hun verbijsternis en verdriet uit, en morgen zal een gegroepeerd peloton in een geneutraliseerde rit een laatste eresaluut brengen aan de gevallen held. Maar overmorgen zullen de prachtige schermutselingen in de Giro weer hervatten, de koers wacht op niemand, zelfs niet op de doden, en zo hoort het ook.

Wouter Weylandt is tenminste gesneuveld in het harnas, dat is het enige lichtpunt en de enige troost.


Hieronder nog eens één van de mooiste overwinningen van Wouter Weylandt, zijn zege in Middelburg in de Giro van 2010, laatste kilometer vanaf 06:45. (De gruwelijke en bloederige beelden van de stervende waar de RAI, gespeend van enige schroom, de kijkers vandaag op trakteerde ga ik u in ieder geval besparen.)

donderdag 5 mei 2011

Claude Choules : De laatste der laatsten



Er zijn al wat tegenstrijdige berichten de wereld ingestuurd over de laatste veteranen van de Eerste Wereldoorlog, maar nu is het eigenlijk wel officieel. De laatste echte veteraan van de Groote Oorlog die ook actie gezien heeft, heeft zich nu bij zijn kameraden gevoegd.
Claude Stanley Choules werd in het Britse Pershore geboren. In 1915, toen een snaak van veertien jaar, ging hij dienen op de Mercury, een trainingsschip. Een jaartje later werd hij opgenomen in de Royal Navy, op een nieuw trainingsschip, de HMS Circe. In 1917 dan vervolledigde hij zijn opleiding en kwam hij terecht op de HMS Revenge, één van de grootste schepen van zijn tijd. Het slagschip was het vlaggenschip van het First Battle Squadron. De Revenge had nog meegevochten in de Slag bij Jutland, de grootste confrontatie op zee tussen de oorlogvoerenden in de Eerste Wereldoorlog. Choules was er toen nog niet bij. Hij was er wel bij toen de Revenge in een gevecht verwikkeld geraakte met een Duitse Zeppelin.








In 1918, toen de oorlog net tien dagen voorbij was, zag hij hoe de volledige Duitse keizerlijke vloot zich kwam overgeven in het Schotse Firth of Forth. Die vloot, 74 schepen groot, zou verdeeld worden tussen de Geallieerde overwinaars. De Duitse bevelhebber, admiraal Ludwig von Reuter, zag dat echter niet zitten en op 21 juni 1919 gaf hij het bevel om alle schepen te laten zinken. 52 schepen slaagden er in om zichzelf te kelderen. Choules was de laatste getuige van dit historische schouwspel.

Na de oorlog ging hij naar Australië als instructeur. Hij had het daar wel naar zijn zin en sloot zich aan bij de Australian Royal Navy. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was hij de Acting Torpedo Officer op de HMAS Fremantle en later Chief Demolition Officer van West-Australië. In die laatste hoedanigheid zou hij de havens van Fremantle moeten saboteren, mochten de Japanners een invasie proberen uit te voeren. Na de oorlog ging hij bij de Naval Dockyard Police, waarin hij tot zijn pensioen in 1956 diende.






Hij ging nooit naar de vieringen van de Wapenstilstand op 11 november, omdat hij tegen elke vorm van ophemeling van oorlog was. In 2009 publiceerde hij zijn autobiografie, The Last of the Last. In maart 2011 werd hij 110 en bleek dat hij de enige veteraan was die nog actie gezien had in de Groote Oorlog. Choules was op het einde van zijn leven bijna compleet blind en doof. Toen hij stierf, liet hij drie kinderen, elf kleinkinderen, 22 achterkleinkinderen en drie achterachterkleinkinderen na. Met Choules' dood is de Groote Oorlog nu eigenlijk pas écht voorbij...

maandag 2 mei 2011

Osama bin Laden : Osama, wo bist du bleben?

Hij was afgeknald in Tora Bora in 2001. Hij was al lang dood dankzij een chronische nierziekte. De laatste tien jaar hoorde je overal geruchten over Osama bin Laden, de ultieme nemesis van het decadente Westen in het algemeen en de Verenigde Staten in het bijzonder. En nu heeft hij dan toch - letterlijk - het loodje gelegd.




Nochtans begon het allemaal heel fleurig voor de kleine Osama toen die in 1957 geboren werd. Hij was het zeventiende kind van Mohammed bin Laden, een multimiljonair uit Saoedi-Arabië. Heel de familie zat in de bouwsector. Osama's halfbroer (één van zijn 51 broertjes en zusjes), Tarek bin Laden, wou in 2008 nog een brug bouwen over de Rode Zee. Toen papa bin Laden in 1968 omkwam in een helikoptercrash, was zoontje Osama ineens een paar miljoen rijker. Hij ging studeren en kwam op school in contact met conservatieve leraren en studenten. Hij voelde zich aangetrokken en al snel omarmde hij de fundamentalistische Islam. Voor hem was het Islamtische leven in de 13e eeuw van een veel hogere kwaliteit dan nu. Perfect, zo stelde hij zelfs. Dat dat ondertussen meer dan acht eeuwen geleden is en dat de wereld blijft draaien, dat was bijzaak. Toen de Sovjets in 1979 Afghanistan binnenviel, veranderde zijn leven voorgoed. Osama trok naar het slagveld en bracht de volgende tien jaar door als vrijheidsstrijder tegen de Russen. Toen die eenmaal buitengekegeld waren, was er al een nieuwe vijand in de vorm van de Verenigde Staten.


Die hadden immers 300.000 troepen samengehokt in zijn vaderland - waar ook de heiligste plekken van de Islam zich bevinden - in het kader van de Golfoorlog tegen Irak in 1991. Het was al erg genoeg dat er ongelovigen in Saoedi-Arabië zaten, tot overmaat van ramp zaten daar ook vrouwen tussen. Stel u voor. Dus richtte hij zijn pijlen op de Amerikanen. Hij stampte al-Qaeda uit de grond en begon met een reeks bomaanslagen. En passant investeerde hij zijn fortuin in allerlei fundamentalistische groeperingen. En in 2001 volgde dan zijn 'magnum opus'.


Vier gecrashte vliegtuigen later en twee Twin Towers minder wist ineens heel de wereld wie Osama was. De Amerikanen begonnen een klopjacht op hem. Afghanistan werd binnengevallen, vervolgens Irak. Olie op het vuur voor Osama, die af en toe nog zijn kop op tv liet zien, door videobanden op te sturen naar al-Jazeera. In 2001 werd hij voor het laatst echt gezien, toen hij uit zijn versterkte bergvesting in het Afghaanse Tora Bora wist te ontsnappen. Osama was uitgegroeid tot een symbool: het feit alleen al dat hij leefde, zelfs al kon hij misschien niets meer uithalen, maakte hem tot de ultieme nagel in de Amerikaanse doodskist.


Speculaties alom, waar zat hij toch? Het mysterie werd opgelost toen een soldaat van de US Special Forces hem een kogel recht in zijn voorhoofd knalde. Hij zat rustig in een versterkte villa in Pakistan, vlak bij een stad en, iets minder leuk, een militaire academie. Geen graf voor Osama, het lijk werd in de zee gedumpt, om te voorkomen dat er van zijn graf een bedevaartsoord gemaakt zou worden. Osama is misschien dood, maar hij laat een controversiële erfenis na waarvan het einde nog niet in zicht is.