zaterdag 24 april 2010

Ann Vervoort: Milk inc.

De voormalige frontvrouw van Milk Inc., Ann Vervoort is op 33-jarige leeftijd overleden. Vervoort was het eerste gezicht (haar ‘zangeres’ noemen zou wat kort door de bocht zijn) van de hitformatie Milk Inc samen met Regi “laat die handen zien - Pinxten.
Toen Vervoort nog over Vlaamse podia huppelde lipte ze onder meer hits als ‘Promise’, ‘Losing Love’ en ‘Walk on water’. In 2000 kapte ze ermee en trok met haar toenmalige levenspartner Patrick Claessen (bekend van Leopold 3 en 2 Fabiola) naar Ibiza een gezonder leven te gaan lijden.
Na de breuk met Claessens kwam ze terug naar België, waar ze een teruggetrokken leven leidde.

Paul Schäfer : Lederhosen en Ariërs in Chili

Vrouwen met lange vlechten, gekleed in typische Beierse klederdracht, mannen met lederhosen, dat alles liep normaal rond in de straten van Colonia Dignidad. Colonia Dignidad - ook bekend als Villa Baviera - lag wel niet in het hartje van Beieren, maar in een groene vallei in Chili, een 300-tal km van de hoofdstad Santiago. Het was gesticht door de nu aflijvige Paul Schäfer.
Schäfer was een overtuigde Nazi, die al vroeg bij de Hitlerjugend gegaan was en volledig overtuigd was van het gelijk van de Führer. De Tweede Wereldoorlog bracht hij door als verpleger.

Na de val van het Derde Rijk begon Schäfer aan een carrière als pedofiel. In 1961 werd de grond hem te heet onder de voeten in Duitsland en vluchtte hij naar Chili. Daar werd hij al snel goede vriendjes met generaal Pinochet en toen die het spel overpakte in het Zuid-Amerikaanse land, gingen de poppen al snel aan het dansen. Schäfer stampte er Colonia Dignidad uit de grond. Op een uitgestrekt landgoed lag een heus Naziësk Beiers dorp, omringd door wachttorens en prikkeldraad, waarover Schäfer als de "Permanente Oom" op despotische wijze regeerde. Terwijl hij zijn lusten botvierde op de ene jongen na de andere, werden de leden van de Colonia onderworpen aan een strikt aseksueel regime. Als je er niet in slaagde om je lusten op één of andere manier te bedwingen, spoot de Grote Leider je vol drugs om toch maar op het goede pad te komen.

Al snel werd Schäfers pretpark door de Chileense overheid gebruikt om een hoop dissidenten in op te sluiten, die daar professioneel gemarteld werden door Oompje Paul en zijn vrienden. Colonia Dignidad werd een heus Chileens concentratiekamp, dat volgens de geruchten zelfs eens bezocht werd door Josef Mengele, die andere getikte oom van Auschwitz. Later werden er ook wapens opgeslagen. Geweren, munitie, raketwerpers, tot zelfs een tank toe.

In 1997 liep Schäfer eindelijk tegen de lamp toen hij gezocht werd voor het misbruiken van 26 kinderen van de Colonia. In 2005 werd hij gearresteerd in Argentinië en uitgeleverd aan Chili. Hij werd tot 20 jaar veroordeeld en stierf uiteindelijk aan een hartaanval in de gevangenis. Schäfer werd 88.

vrijdag 23 april 2010

Guru: Gang Starr en Jazzmatazz

Amerikaanse rapper Guru, echte naam Keith Helma, is op 43-jarige leeftijd overleden. Guru raakte onlangs nog in een coma tijdens zijn strijd tegen kanker.
Samen met Dj Premier richtte hij in 1985 Gang Starr op (You know my steez moet het bekendste nummer van de groep zijn). Het was DJ Premier die het overlijden van Guru via Twitter wereldkundig maakte. Hoewel Guru en DJ Premier de laatste jaren niet meer samen door dezelfde deur konden.

Guru was ook de man achter Jazzmatazz, een project waarmee hij jazz met hiphop probeerde te verzoenen. Bekendste nummer is ongetwijfeld “No time to play”. In die tijd werkte hij samen met Chaka Khan, Herbie Hancock en Roy Ayers.

Jazzmatazz: No Time to play



Gang Starr: You know my steez

donderdag 22 april 2010

Juan Antonio Samaranch: erevoorzitter van het IOC.

Juan Antonio Samaranch, de erevoorzitter van het Internationaal Olympisch Comité (IOC), is woensdag op 89-jarige leeftijd aan de gevolgen van een hart- en ademstilstand overleden in het Quironziekenhuis in zijn geboortestad Barcelona.

De 89-jarige Spanjaard was tussen 1981 en 2001 IOC-voorzitter en werd opgevolgd door Jacques Rogge. Samaranch werd in 2001 al eens in het ziekenhuis opgenomen wegens oververmoeidheid. Eind 2007 werd hij getroffen door hartproblemen en in oktober vorig jaar kreeg hij een hartaanval. Nadat hij afscheid nam van zijn ambt werd hij benoemd tot erevoorzitter voor het leven.

woensdag 21 april 2010

Whitney Harris : De laatste aanklager van Nürnberg

Toen de processen van Nürnberg begonnen, waar de overlevende Nazi's berecht werden, waren de aanklagers op zijn zachtst gezegd nogal onvoorbereid op hun taak. De laatste overlevende Amerikaanse aanklager van de processen, Whitney Harris, is nu van ons heengegaan. Harris had het dubieuze voorrecht om Rudolf Höss te mogen uithoren. Höss was de voormalige kampcommandant van Auschwitz, tot nader order nog steeds het grootste menselijke slachthuis ter wereld.
En wat Harris allemaal te horen kreeg, dat had hij nooit verwacht. De aanklagers wisten wel dat er serieus wat fout was gegaan in de kampen, maar voor de totale omvang waren ze compleet onvoorbereid. "Mr. Höss told me, as unemotionally as if he were talking at the breakfast table, that 2.5 million people were killed at Auschwitz." Höss werd ondervraagd in het kader van de aanklacht tegen Ernst Kaltenbrunner, het voormalige hoofd van de veiligheidsdiensten van het Derde Rijk, waar onder meer de Gestapo en de veiligheidsdiensten van de SD onder vielen.

Harris gaf later toe dat toen hij voor de eerste keer het dodencijfer van Auschwitz hoorde, hij het eigenlijk klasseerde als een statistiek. "It did not unnerve me, it affected like a statistic. Of, however, he had described the death of a single child, I would have been shocked."
Naast Höss kreeg Harris ook Otto Ohlendorf voor zijn neus. Ohlendorf was de leider van Einsatzgruppe D, een SS-moordcommando dat vooral in de Krim en Zuid-Oekraïne actief was geweest. Hij gaf op een bepaald moment toe dat hij verantwoordelijk was voor ongeveer 90.000 doden - mannen, vrouwen én kinderen - in 1941 alleen.

Dankzij al die ondervragingen kon Kaltenbrunner ter dood veroordeeld worden. Hij was ook de enige van de aangeklaagden die niet in beroep ging tegen zijn vonnis. Volgens Harris wist hij maar al te goed dat dat toch geen nut had.

Maar het stopte niet bij de ondervragingen. Harris was de persoonlijke afgevaardigde van de hoofdaanklager, Robert Jackson, bij de executies van de veroordeelde Nazi's. Hij zag ze allemaal één voor één naar beneden vallen van het schavot met een touw aan hun nek. Later werden alle lijken naar Dachau gevoerd, waar ze in de ovens gecremeerd werden, diezelfde waarin nog maar net daarvoor alle kampdoden ingesmeten werden.
Tot aan zijn dood zou hij blijven pleiten voor een internationaal gerechtshof, om er voor te zorgen dat alles wat hij gehoord had, nooit meer kon gebeuren. Al snel werd hij gedesillusioneerd door de Amerikaanse houding: zijn landgenoten weigerden zo'n gerechtshof te erkennen.
De laatste aanklager van Nürnberg werd uiteindelijk 97.

zaterdag 17 april 2010

Alejandro Robaina : Sigaren voor de Revolutie

Meer dan $500, zoveel kan je op de internationale markten neertellen voor een doos premium Vegas Robaina sigaren neerleggen. Ze zijn gemaakt van wat onder kenners doorgaat voor de beste tabaksbladeren ter wereld. En die groeien op de velden van wijlen Alejandro Robaina, de enige Cubaanse tabakskweker ooit naar wie sigaren zijn vernoemd.

Robaina begon op zijn tiende mee te helpen op de kwekerij van zijn vader in Vuelta Abajo. Toen begon hij ook, althans zo beweerde hij zelf, sigaren te roken. Vroeg geleerd is oud gedaan. Toen Castro in 1959 de dictator Batista had buitengesmeten, begon el Commandante onmiddellijk met grote landhervormingen door te voeren. Robaina was toen al een naam in de Cubaanse tabakindustrie en slaagde er zowaar in om de kersverse leider ervan te overtuigen dat de sigaren niet in coöperaties gestopt moesten worden en genationaliseerd. Volgens hem was het noodzakelijk om de boerderijen in handen te laten van de plaatselijke families, die al generaties lang hun tabaksplanten beheerden en er zo ook het beste van afwisten. Dankzij Robaina zijn de meeste sigarenfabrieken in Pinar del Río nu nog in privé-handen.
Robaina werd al snel een legende. Hij kreeg The Godfather als bijnaam en werd wereldberoemd. Iedereen wou zijn waren proeven. Toen hij ooit eens op een audiëntie was bij koning Juan Carlos van Spanje waar Sting ook rondliep, vroeg die laatste de Cubaan om een handtekening. Robaina beweerd ook dat hij één van de enige was die ooit een argument gewonnen heeft tegen Castro - alleen al daarom verdiende hij een speciale vermelding.

Zijn enige spijt was dat hij zijn Robaina-sigaren nooit legaal kon verkopen in de VS omwille van het embargo dat sinds de jaren '60 over Cuba hing. De sigarenkoning van Cuba werd 91.

vrijdag 16 april 2010

Peter Steele : Life Is Killing Me...

In 2005 was hij al eens dood verklaard. Op de website van zijn groep verscheen toen een grafsteen met de data 1962-2005. Later bleek het om een grap te gaan. Peter Steele, de leadzanger, bassist en schrijver van de hits van de gothic metal band Type O Negative, was nog steeds springlevend. Het was weer één van die typische stunts die de frontman gelapt had, ditmaal om hun samengaan met SPV Records te vieren. Toch broeide er wel iets onder al die publiciteit. Steele werd lange tijd niet gezien. In 2006 dook hij weer op, samen met een live DVD van de groep, Symphony for the Devil. De periode daartussen had Steele doorgebracht op Riker's Island, waar hij behandeld werd voor een niet nader genoemde verslaving.

Het paste allemaal in de stijl van de indrukwekkende Peter Steele. En indrukwekkend was hij zeker: ietsje meer dan 2 meter groot, zo torende hij boven zijn publiek uit, met een kas om u tegen te zeggen en lange ravenzwarte lokken die het geheel nog net dat tikkeltje meer doom maakten. Want Type O Negative was een fenomeen, gedragen door zijn gekwelde leadzanger.
In 1993 brak de band door met het album Bloody Kisses. Alles was een beetje zwartgallig, met titels zoals Black No. 1, Set me on Fire, We hate everyone, en Christian Woman. Toch mocht alles met een korreltje zout genomen worden. De band stond al snel bekend om zijn zelfvernedering, zwarte humor, ironie en sarcasme.

In 1995 verscheen Steele op de cover van Playgirl, iets wat hij later nog zou betreuren en afdoen als een naiëve publiciteitsstunt. Na het succes van Bloody Kisses volgde in 1996 hun bekendste en meest commerciële album, October Rust, met hits als Love you to death, Be my druidess, Die with me en het onvergetelijke My Girlfriend's girlfriend. Daarna volgden nog World Coming Down (1999) en Life is killing me (2003).

Qua zelfrelativering kon hij in ieder geval zeker tellen: bij de eerste optredens van Type O Negative kreeg hij regelmatig "You suck!" naar zijn hoofd geslingerd, waar hij altijd "Thank you" op antwoordde. Nog niet zo lang geleden had hij een moment van bezinning over zijn carriere bij de band en zei: "I'd still have to agree with those people. Only now, we suck better."
Steele en de zijnen werden ook het onderwerp van menige urban legend: zo zou de zanger bijvoorbeeld al zijn teksten op zijn exen geïnspireerd hebben.

In 2007 volgde Dead Again, hun laatste album. Die titel zou profetisch blijken te zijn, want deze keer was het for real. Steele kreeg eergisteren een hartaanval en bleef er deze keer blijkbaar effectief in. Hij werd slechts 48. Of is het weer een stunt?
Enkele van hun beroemdste hits:
Black NO 1:


My Girlfriend's Girlfriend:

en I don't wanna be me:

woensdag 14 april 2010

Anatoly Dobrynin : Achter de schermen van de Koude Oorlog

Zonder Anatoly Dobrynin had de wereld er misschien iets radioactiever uitgezien. De Russische diplomaat was 24 jaar lang, van 1962 tot 1986, de ambassadeur van de Sovjetunie bij de Verenigde Staten en zo de spreekbuis van het Kremlin in het Witte Huis. Zes Sovjetleiders heeft hij gediend, en evenveel Amerikaanse presidenten kreeg hij over zijn vloer.

En de Rus was sehr salonfähig, zoals ze dat zo mooi zeggen. Zelfs Henry Kissinger, zowat de Amerikaanse Richelieu, had een goed woordje over voor de ambassadeur. "Subtle and disciplined, warm in his demeanour while wary in his conduct, Dobrynin moved through the upper echelons of Washington with consummate skill."

Dobrynin had dan ook een goede leerschool. Zeven maanden na zijn aanstelling - hij was toen 42 - brak de Cubacrisis los. En zo begon het spelletje: achter de schermen sprak de broer van de Amerikaanse president Kennedy, Robert Kennedy, driemaal met de ambassadeur. Alles verliep in het grootste geheim. Mede dankzij die gesprekken werd de crisis opgelost en was de wereld weer terug ietsje verder verwijderd van een nucleaire winter. Daarmee was zijn reputatie als betrouwenswaardig tussenpersoon onmiddellijk gevestigd.

Dobrynins invloed liet zich overal gelden. Cuba, Vietnam, het Midden-Oosten, overal zat hij wel ergens mee in verwikkeld. Hij had een privé-telefoonlijn naar president Johnson, een hotline naar Kissinger en op den duur zelfs een privéparking onder het State Department, zodat hij heel de tijd ongezien binnen en buiten kon glippen.

Maar was Dobrynin langs de buitenkant een joviale man die schijnbaar met iedereen overweg kon, die zich toch wel vrij Westers gedroeg, het was allemaal mooie schijn. Zoals het een ware courtier betaamt, hield hij zijn kaarten dicht bij zich. Vanbinnen was hij een gestaald Sovjetproduct, voor wie mensenrechten een raar woord was en die de hegemonie van het Rode Leger in Oost-Europa als niet meer als normaal beschouwde.

Dobrynins vlekkeloze Engels zorgde er vaak ook voor dat menig diplomatiek incident onbestaande bleef. In één van zijn mooiste voorbeelden, die hij aanhaalde in zijn memoires, beschreef hij hoe Brezhnev ooit eens zijn sympathie uitdrukte aan Nixon, die toen net Watergate op zijn dak had gehad. De alcohol vloeide rijkelijk en de tong van de overdadig gewenkbrauwde Brezhnev werd losser met de minuut. Een stortvloed van Russische verwensingen aan het adres van zijn voorgangers was het gevolg. Een dag later en een kater rijker vroeg de Grote Kameraad aan Dobrynin of hij niet teveel gepraat had. "Ja", antwoordde Dobrynin, "maar ik heb niet alles vertaald." Een ware hoveling. Castiglione zou trots geweest zijn.

Anatoly Dobrynin werd uiteindelijk 90 jaar oud voor hij op 6 april de geest gaf.

zaterdag 10 april 2010

Lech Kaczyński : De crash van de Poolse adelaar

97 doden. Dat is de voorlopige balans van de crash van een Poolse Tu-154. Het gebeurt helaas wel meer dat er een vliegtuig naar beneden dondert, maar op dit specifieke vliegtuig zat het grootste deel van de Poolse regering, die op weg was naar de herdenking van Katyn, waar in 1940 de massamoord op Poolse officieren plaatsvond. Polen is nu bijna politiek onthoofd. Slachtoffer nummer 1 is de Poolse president, Lech Kaczyński.
Samen met zijn identieke tweelingbroer Jarosław vormde hij in 2006-2007 een unieke tandem op het Europese politieke toneel. Waar Lech sinds 2005 de Poolse president was, diende vlak onder hem, als zijn eerste minister, zijn broer Jarosław. Los van de potentiële protocollaire problemen die een identieke tweeling als top van de Poolse regering met zich kon meebrengen - hou ze maar eens uit elkaar - ontpopten de twee broertjes zich voor het Europese establishment al snel als een soort van evil twins.
Vers vanonder de rode bot van de Sovjetunie, stapte Polen al snel mee in de Europese Unie. Maar dan kwam in 2005 Lech Kaczyński aan de macht en gingen de poppen al snel aan het dansen. De nieuwe president was op zijn zachtst gezegd een nationalist, die vurig overtuigd was van het Poolse gelijk. En de Polen vonden het geweldig. De rest van Europa zat met de handen in het haar.
Kaczyński was in 2002 burgemeester van Warschau geworden, een eerste stap naar het hoogste ambt. Daar liet hij al van zich horen door zich voor de doodstraf uit te spreken en blijk te geven van een extreem zwaar geval van homofobie. De jaarlijkse gay parade in de stad verbood hij gewoon, omdat het de "homoseksuele levensstijl" zou promoten. Het klonk bijna of heel Warschau homo zou worden. Tegendemonstraties gingen wel, zoals in 2005, met de "Parade van de Normaliteit". Kaczyński had ook een grondige hekel aan Duitsers (wat ergens wel terecht was, gezien het gezamenlijke verleden van de beide landen, maar onder Kaczyński liep het wel de spuigaten uit).
Als president wierp hij zich op als de Poolse De Gaulle en eiste hij een grondige hervorming van de republiek. Maar het was vooral op het buitenlandse toneel dat hij "schitterde" en het enfant terrible van de Unie werd. Al snel lag hij met Rusland in de clinch over aardgas, vlees en groenten. De Duitsers joeg hij tegen zich in het harnas door constant te verwijzen naar de Tweede Wereldoorlog, zelfs al was die ondertussen al 60 jaar gedaan. Kaczyński dreigde zelfs om het grensverdrag met Duitsland te herzien.
Vanaf 2007 moest hij zijn politieke aartsrivaal Donald Tusk tolereren als eerste minister. Ook met hem ging de president geregeld de boksring in. Tot een dichte mist een einde maakte aan het leven van de president. Met hem stierven onder meer de chefstaf van het Poolse leger, de gouverneur van de centrale bank en de crème van de Poolse historici. Tusk barstte in tranen uit toen hij het nieuws hoorde.
Lech Kaczyński werd 60.

vrijdag 9 april 2010

Malcolm McLaren: no future for him

De mythische manager van the Sex Pistols, Malcolm McLaren, is op 64-jarige leeftijd overleden. Hij leed aan kanker.

McLaren zat eerst in de modebranche, samen met zijn vrouw Vivienne Westwoord. Op een mode-evenement in New York ontmoette hij de leden de Amerikaanse punkgroep New York Dolls en werd hun manager. Hij kleedde hen meteen in een stemmig rood lederen pakje en maakte hun podiumact wat controversiëler, door een hamertje en een sikkeltje in de podiumbekleding te verwerken. Not very mainstream in het Amerika van de jaren zeventig. Maar veel impact had het allemaal niet: de New York Dolls waren al op hun retour, en het grote shockeffect bleef uit.

De plas over dan maar, moet McLaren gedacht hebben. In het Verenigd Koninkrijk, dat kreunde onder een enorme economische crisis met nooit geziene werkloosheidscijfers, stampte hij de Sex Pistols uit de grond. Hij ontmoette Johnny Rotten in de boetiek die hij in Londen begonnen was (met de liederlijke naam “Sex’). De carrière van the Pistols was kort maar hevig: eind november 1976 begonnen ze eraan, in 1978 was het al gedaan. Punkliedjes duren niet lang.

McLarens reputatie als manager was gevestigd. Hij werkte verder met Bow Wow Wow (bekend van “I Want Candy”), waar hij een zekere George O’Dowd probeerde binnen te loodsen als zanger. George O’Dowd is de naam die op de pas van Boy George staat.

Naderhand ging hij zelf muziek maken, en McLaren bracht het er zeker niet slecht vanaf: “Buffalo Gals” en “Something’s jumping in your shirt” zijn waarschijnlijk zijn twee bekendste soloworpen.

God bless his soul.

Somethin's jumpin' in your shirt:



Anarchy in the UK (Sex Pistols)




I Want Candy (Bow Wow Wow)

zondag 4 april 2010

Rudy Kousbroek : het vakantiegevoel van een jappenkamp

De Nederlandse auteur Rudy Kousbroek is op 80-jarige leeftijd overleden. Kousbroek werd in 1929 geboren op Sumatra in Nederlands-Indië en kwam pas na de oorlog naar Nederland. Kousbroek debuteerde in 1951 met de gedichtenbundel Tien variaties op het bestiale maar besefte al gauw van zichzelf dat hij als dichter slechts "goede middelmaat" was zoals hij het zelf verwoordde. Toch heeft hij een belangrijke bijdrage geleverd aan de vernieuwing van de Nederlandstalige poëzie. In 1950 richtte hij namelijk met zijn Parijse studiegenoot Remco Campert het poëzietijdschrift Braak op. Samen met dat andere tijdschrift Blurb van de vorig jaar gestorven Simon Vinkenoog, werd Braak het podium waarop de Vijftigers, de experimentele dichters van de jaren '50 waaronder Lucebert en Gerrit Kouwenaar, zich voor het eerst aan de wereld zouden presenteren. Kousbroek werd daarna vooral bekend omwille van zijn essays die steeds doorgedreven rationalistisch en empirisch, en tegelijkertijd vaak ook bijzonder polemisch en humoristisch van aard waren. Hij had een megalomane reeks van onderwerpen maar zijn stokpaardjes waren toch vooral filosofie, geschiedenis, wiskunde en dieren, met name de door hem zo geliefde katten. Voor zijn essayistisch werk kreeg hij in 1975 de P.C. Hooftprijs. Kousbroek was een veelzijdig schrijver die in de loop van zijn carrière naast karrenvrachten essays ook onder andere fotoboeken, sprookjes en een roman publiceerde. In de laatste jaren van zijn leven had de grote dierenliefhebber zich ook politiek geëngageerd en was hij enkele keren lijstduwer geweest voor de Partij voor de Dieren.

Zijn magnum opus is ongetwijfeld Het Oostindisch kampsyndroom uit 1992, een boek met lange autobiografische bespiegelingen, vooral over zijn jeugd op Sumatra. Kousbroek had bijna de hele Tweede Wereldoorlog in een jappenkamp doorgebracht. In het boek schreef hij dat hij het jappenkamp als een "vakantiekamp" had ervaren, vooral in vergelijking met het internaat waar hij daarvoor op school zat. Tevens vond hij de voorstelling van vele overlevenden systematisch overdreven en soms zelfs ietwat racistisch. Zo trok hij onder andere van leer tegen de manier waarop Jeroen Brouwers in diens autobiografische roman Bezonken Rood de jappenkampen had geportretteerd. Brouwers was immers van mening dat deze even afschuwelijk waren geweest als de Duitse kampen. Met zijn uitlatingen haalde Kousbroek zich de woede van Brouwers en vele andere overlevenden van de jappenkampen op de hals.

Het zou ongetwijfeld gepaster zijn om Rudy Kousbroek hier te eren met een essay dan met een gedicht vooral omwille van de eerlijke bedenkingen van hemzelf (en van mij) bij zijn poëtisch talent, maar om praktische redenen zal dat niet lukken. In 2003 publiceerde hij toch nog eens een bundel waaruit wij het volgende gedicht plukken.

OUDE SCHADUWEN

Ik heb nog een collectie heel oude schaduwen,
Sommige half vergaan en kwetsbaar,
Een paar nog uit de 18e eeuw.

Kinderschaduwen uit Antwerpen,
De schaduw van een rode lelie,
Een meeuwenschaduw uit Den Helder.

En uit de tijd van Koningin Emma,
Gerafeld maar nog goed herkenbaar,
Schaduwen van grijze dames.

De schaduw van een boom in Frankrijk,
Een vleermuisschaduw uit Zuid-Limburg,
Een grote vliegtuigschaduw uit de oorlog.

Vergeten schaduwen in een lade,
Voel maar, koel als tafelzijde,
Sommige zo fijn als spinrag.

Je moet ze weer netjes opvouwen,
Zorgen dat ze niet scheuren,
En ze beschermen tegen het licht.

(uit Rudy Kousbroek,
Dierentalen en andere gedichten, 2003)

Eugene Terre'Blanche : de Afrikaner Führer en de nacht van de lange machetes

Je moe nie huil nie, je moe nie treur nie, want Eugene Terre'Blanche, die op 69-jarige leeftijd in zijn slaap werd vermoord, was eigenlijk helemaal niet zo'n gezellige kerel. De Zuid-Afrikaan Terre'Blanche werd in 1941 geboren in Ventersdorp, in de provincie Transvaal. Na zijn dienstplicht bij de Weermag ging hij werken bij de Suid-Afrikaanse Polisie. Hij was ook een tijdje de persoonlijke lijfwacht van de premier.

In 1973 richtte hij de extreem-rechtse Afrikaner Weerstandsbeweging op, een radicale groepering die vooral ijverde voor de secessie van de provincies Transvaal en Oranje-Vrijstaat. Dit zou moeten leiden tot een zogenaamde Volksstaat voor de Boeren, de blanke Afrikaners die afstamden van de Nederlandse kolonisten. Deze twee provincies waren reeds onafhankelijke republieken geweest in de 2de helft van de 19de eeuw maar hadden in de Tweede Boerenoorlog een nederlaag geleden tegen de Britten waarna ze geannexeerd waren. De AWB was uitgesproken racistisch en vond dat het Apartheidsregime van de Nasionale Party van president P.W. Botha in de jaren '80 te veel verslapte. Niet alleen in haar ideologie maar ook in haar uiterlijk vertoon deed de AWB denken aan het nazisme. De AWB-vlag leek wel héél erg op die van nazi-Duitsland en Terre'Blanche, die zich 'die Leier' liet noemen naar analogie met het Duitse 'Führer', was op oratorisch vlak duidelijk geïnspireerd door Adolf Hitler. De AWB hield zich onder andere bezig met het met pek en veren insmeren van progressieve Afrikaners en anti-Apartheidsactivisten. Ook kwamen er doorheen de jaren vele mensen om het leven tijdens gewapende protestacties en bomaanslagen van het AWB. Toen president Botha de beweging verbood om nog wapens te dragen, sneerde Terre'Blanche: "Een ongewapende blanke man is een dode blanke man." In 1993 bestormde de AWB het gebouw waar de onderhandelingen voor de eerste democratische verkiezingen doorgingen.

Na de verkiezing van Nelson Mandela in 1994 verloren Terre'Blanche en de zijnen aan belang. Hij kreeg van de Waarheids -en Verzoeningscommissie van Desmond Tutu amnestie voor zijn misdaden. In 2000 belandde hij dan toch voor 4 jaar achter de tralies na een reeks nieuwe geweldplegingen. De laatste jaren was het stil geworden rond Terre'Blanche. Onlangs was hij in een ruzie verzeild geraakt met twee zwarte landarbeiders die op zijn boerderij werkten omdat hij hen nog achterstallig loon moest betalen. Geen hoera vir die Boer, moeten de twee gedacht hebben toen ze Terre'Blanche 's nachts in zijn slaap verrasten en zijn hoofd met machetes gingen bewerken. Na zijn dood heeft president Zuma reeds opgeroepen tot kalmte omdat de spanningen tussen blank en zwart in Zuid-Afrika de laatste tijd zowiezo weer waren opgelopen nadat de leider van de ANC-jeugd en gedoodverfde opvolger van Zuma het liedje Shoot the Boer onlangs publiekelijk had zitten meescanderen.

In 2000 had Louis Theroux voor zijn spraakmakende BBC-reeks een documentaire gemaakt over racistische Boeren in Zuid-Afrika waarbij hij na veel lobbywerk uiteindelijk een interview met Eugène Terre'Blanche kon versieren. Dit interview werd een akelig schouwspel waarbij men soms vreest voor Theroux zijn welzijn:

Sugar Lee Hooper : Het Nederlandse podiumbeest

Sugar Lee Hooper is overleden. De Nederlandse, geboren als Marja van der Toorn, was bij onze noorderburen bekend als zangeres, entertainer en presentatrice. Je kon er ook moeilijk naastkijken: een stevige, ronde verschijning, meestal gepropt in één of ander extravagant kleed, met een kale knikker erbij om het allemaal nog opvallender te maken.
Vanaf de jaren '90 maakte ze furore op de Nederlandse podia. In 1993 kwam haar eerste album uit, met een paar kleine hits. In 1994 verscheen ze als vast panellid in het TROS-spelprogramma Dat Zeg Ik Niet. Haar grote doorbraak beleefde ze dankzij de André Van Duin show in 1995, waar haar hit De Wandelclub de show steelde. Een andere topper van Sugar Lee was Hooperdepoep. Het ging daarna echter vooral bergaf met de zangcarrière van Hooper. Ze speelde wel nog enkele gastrolletjes in een paar televisiereeksen.
In 2001 kwam ze weer in het nieuws als de eerste Nederlandse artiest die een homohuwelijk sloot door haar geregistreerde partnerschap met haar vriendin Andrea van der Kaap om te laten zetten in een huwelijk.
Sinds 2008 had Sugar Lee last van een tumor in de heup. Die bleek goedaardig, maar de zangeres gaf er wel de brui aan en stopte met haar carrière. Eind maart viel ze van haar scootmobiel en brak ze haar heup. Tijdens de daaropvolgende operatie kreeg ze een hartstilstand door zuurstofgebrek, waardoor ze in een kunstmatige coma terechtkwam. Daar is ze niet meer uitgekomen. Sugar Lee Hooper werd 62.

Donald Frey : De vader van de Mustang

Donald Nelson Frey is overleden. De Amerikaan was het brein achter de Mustang, de legendarische sportwagen van Ford. Hij ontwikkelde de wagen samen met Hal Sperlich en Ford-topman Lee Iacocca. In 1964, na amper 18 maanden constructiewerk, rolde de eerste Ford Mustang van de band.
Aanvankelijk werden er maar 90.000 modellen gemaakt - Ford dacht dat de Mustang niet echt populair zou zijn. Uiteindelijk werden er 400.000 van verkocht en een legende was geboren. De auto verscheen ook in de filmzalen: de eerste Mustang op het witte doek raasde voorbij in Le Gendarme de Saint-Tropez (1964), met Louis de Funès achter het stuur. Daarna mocht de Mustang ook nog eens opdraven in twee Bond-films.
Donald Frey overleed al op 5 maart, maar het nieuws werd pas nu bekendgemaakt. De vader van de Mustang werd 86.

donderdag 1 april 2010

John Forsythe : The oil tycoon of Dynasty

Er zijn zo van die reeksen die iedereen wel kent en Dynasty past wonderwel in dat rijtje. En de man die de pater familias van de serie vertolkte is van ons heengegaan.
De Amerikaan John Forsythe was al dik in de zestig toen hij de rol van de oliebaron Blake Carrington aangeboden kreeg. Forsythe was wel niet de eerste keuze: daarvoor hadden de producers van de reeks al eens gepolst bij George Peppard, maar die kreeg slaande ruzie met de makers en trapte het af. Exit Peppard, enter Forsythe. Forsythe zou de enige acteur zijn die het de volledige reeks volhield - de volle 220 afleveringen. En zoals het in een soap als Dynasty hoorde, was het leven van Blake Carrington op zijn zachtst gezegd turbulent.
Dynasty draaide eigenlijk rond Carrington en zijn twee vrouwen - zijn huidige, Krystle (in het begin gespeeld door Linda Evans) en zijn ex, de bitch par excellence Alexis (gespeeld door Joan Collins). De rest van de familie was decorvulling voor de steeds zottere plotwendingen. 220 afleveringen lang wist Carrington de Übertang Alexis van zich af te houden en hij werd al vanaf aflevering 1 ervan beschuldigd om de homominnaar van zijn zoon vermoord te hebben. Hij overleefde - hoe kan het ook anders - de ene onmogelijke situatie na de andere. Een vliegtuigcrash? Geen probleem, pappa Carrington kruipt er gezwind terug uit. Een slachtpartij op een huwelijk waar iedereen sterft? Toch niet, pappa Carrington overleeft alles. Uiteindelijk werd de éminence grise van Dynasty dan toch nogal roemloos neergeknald door een stomme flik. Exit Blake Carrington én Dynasty.
Naast Dynasty verwierf Forsythe ook nog bekendheid met zijn voice only-bijdrage aan Charlie's Angels. De soapacteur werd 92.

En hier de volle 10 minuten uit een aflevering, waar Blake net naar beneden gedonderd is met het vliegtuig en ontdekt dat zijn vrouw zwaargewond is: