zaterdag 31 oktober 2009
Qian Xuesen : Vader van de Chinese ruimtevaart
woensdag 28 oktober 2009
Dickie Peterson : Vader van de Heavy Metal
Hier de versie van Summertime Blues door Blue Cheer:
zondag 25 oktober 2009
Fritz Darges : De laatste adjudant van Hitler
Camillo Cibin : De pauselijke bodyguard
dinsdag 20 oktober 2009
Jef Nys: tekenaar van Jommeke
De tekenaar van de in Vlaanderen immens populaire stripreeks Jommeke is op 82-jarige leeftijd overleden. Wie verslond vroeger niet klassiekers als “Jommeke in de Knel”, “Anakwaboe!”, “Jacht op een voetbal” of “Filiberke gaat trouwen”? Of om het met Vlaams minister-president Kris Peeters te zeggen “We zijn zeer dankbaar voor het waardevol patrimonium dat hij ons achterliet.”
Nys debuteerde net na de tweede wereldoorlog als striptekenaar. Toen viel hij op bij een tekenwedstrijd in het eerder rechtsgezinde vod dat we kennen als het Pallieterke. De eerste stripverhalen van Jef Nys waren de avonturen van Amedeus en Seppeke in Het Handelsblad (1948).
Jommeke dook voor het eerst op in 1955, in het weekblad Kerkelijk Leven. Het eerste echte vervolgverhaal ('De Jacht op een
voetbal') werd vier jaar later uitgebracht. Nys was intussen al overgestapt naar uitgeverij Het Volk, die nu nog steeds de albums uitbrengt.
Meer dan 50 jaar en 50 miljoen verkochte exemplaren later bestaat de reeks nog steeds en blijft kinderen overal te lande boeien. De laatste jaren tekende Nys de strip niet meer zelf. Dat liet hij over aan Gerd Van Loock en Philippe Delzenne, die zich wel aan het Jommekescharter moeten houden. Dat houdt in dat de jeugdige stripheld zich niet mag vergrijpen aan drank en geweld en ook niet mag dwepen met deze of gene politieke strekking. Hij moet bij zijn core business blijven: Anatool te slim af, foute uitvindingen van Gobelijn rechtzetten, de wereld van de ondergang redden, en zo de jeugd blijven boeien.
Klik hier voor een beeldreportage naar aanleiding van 50 jaar Jommeke.
maandag 19 oktober 2009
Joseph Wiseman : Dr. No
Na 1988 verscheen de Canadees niet meer in films, maar kwam regelmatig opdagen in tv-reeksen als MacGyver, L.A. Law en Law & Order. Ook in het theater trad hij nog op, met zijn laatste rol in 2001 in Judgement at Nuremberg. Het was trouwens daar dat hij in 1938 zijn eerste acteerrol op zich nam.
Joseph Wiseman had al geruime tijd last van een falende gezondheid. Dr. No was 91 toen hij thuis overleed.
En hier de trailer van de allereerste Bondfilm:
vrijdag 16 oktober 2009
Bert Decorte : de vitaliteit van een malse boezem
...In het bovenstaande valt het nog enigszins mee, maar vaak leidt de vitaliteit van Decorte tot een exorbitante verbale boerenkermis met kwistig rond gespreide neologismen en vrolijke, (naïeve) levenslust. Enkel een strak behoud aan vormvastheid houdt dit alles nog in bedwang. Favoriete dichtvormen zijn het sonnet en de ballade, en, love it or hate it, maar zijn metrum en rijm is steeds zinvol en nooit gratuit.
Altijd duikt Breugel op in dit landschap:
'k Zie Luilekkerland of een dorp in een dal,
en de ploegende boer toont nog verwantschap
met die onvergetelijke van Ikaros' val.
Niets is vernepen hier, benauwd en smal:
de hemel legt zijn volle handen open.
In 't aards geloof laat hij zich gaarne dopen,
wie deze vrouw haar malse boezem bood.
Wat zou hij elders liefde willen kopen,
die hier onder een vlier een vrouw in de armen sloot?
...
(uit Bert Decorte, Refreinen, 1943)
Decorte was een bijzonder productieve dichter die tot 1995 bijna ieder jaar een bundel publiceerde. Hij schreef ook toneelstukken en essays, en vertaalde Les Fleurs du Mal van Charles Baudelaire en de ballades van François Villon in het Nederlands. In 1946 kreeg Bert Decorte de Driejaarlijkse Staatsprijs voor Poëzie.
Via deze link kan u Bert Decorte tussen een plaagregen van technische problemen het gedicht Ballade van Eén Enkele Keer zien en horen voordragen.
En voor de liefhebbers van het genre, hier een sonnet:
Ik ben geworden als het winterbleek,
de witte, gans met ijslaag overwelfde,
geheel gedempte - en toch is zij dezelfde
die levensader in het landschap leek
bij lentedag. Nu ligt het lijf, dat vrij
en vrolijk buitelde doorheen de weiden
of aan een vlakland zich in vijvers vlijde,
goed ingedekt onder de blanke sprei.
Maar ergens aan een bocht, waar het verval
wat groter is, waar 't ijs niet heel en al
de bedding dekt en nog het water huivert,
hoort hij, die hare lente heeft bemind
en blij was om de weelde van dit kind,
het oud geluid verinnigd en gezuiverd.
(uit Bert Decorte, Een Stillere Dag, 1942)
donderdag 15 oktober 2009
Josias Kumpf : De kampbewaker die erbij stond
Langs de doodsput bij Trawniki stond toen Josias Kumpf. Zijn orders waren duidelijk: hij moest de terdoodveroordeelden in de gaten houden en als er iemand probeerde te ontsnappen, moest hij ze neerschieten. 8.000 doden later was Erntefest in Trawniki voorbij.
De in Servië geboren Kumpf sloot zich in 1942, op zijn zeventiende, aan bij de SS Totenkopfverbände, de SS-organisatie die zich bezighield met de administratie van de kampen. Hij diende als bewaker in Sachsenhausen, dan in Trawniki en eindigde zijn oorlogscarrière als opzichter van slavenkampen in bezet Frankrijk, waar de lanceerinstallaties voor de V1 en V2 gebouwd werden.
Na de oorlog emigreerde hij in 1956 naar de Verenigde Staten, waar hij in 1964 het staatsburgerschap verkreeg. Kumpf bracht de jaren daarop vredig door in Wisconsin. In 2003 achterhaalde de arm der wet hem echter. Hij werd aangeklaagd voor oorlogsmisdaden in verband met zijn aandeel in de beruchte 3 november 1943 en in 2005 verloor hij zijn staatsburgerschap. In maart van dit jaar werd hij gedeporteerd naar Oostenrijk, waar hij terecht zou staan. Peter Rogers, de immigratie-advocaat van Kumpf, gaf toe dat zijn cliënt aanwezig in Trawniki, maar sprak het goed door te zeggen dat hij 'never laid a finger on anyone, he never shot at anyone.'
Josias Kumpf, de kampbewaker die er gewoon bij stond, overleed in een ziekenhuis in Wenen. Hij werd 84.
dinsdag 13 oktober 2009
Frank Vandenbroucke: God is dood
Il Bambino d'oro, de gouden baby van het internationale wielrennen, ook wel VDB of simpelweg God genoemd, is niet meer. Na een onnavolgbaar turbulent leven vol grootspraak, rechtszaken, liefdesperikelen, in de prak gereden sportwagens, twee zelfmoordpogingen én een collocatie op de koop toe, bezweek Vandenbroucke aan een banale longembolie. In Senegal godbetert. Het trieste einde van de man die ooit als de gedoodverfde opvolger van Eddy Merckx werd beschouwd...
Op zes november 1974, enkele maanden na de vijfde en laatste Tourzege van Merckx, wordt Frank Vandenbroucke geboren te Moeskroen. Hoewel hij, met een wielermecanicien als vader en ex-winnaar van Parijs-Tours Jean-Luc Vandenbroucke als oom, voorbestemd lijkt om te gaan fietsen, kiest hij aanvankelijk voor voetbal en atletiek. Meteen blijkt de jongste telg van het geslacht VDB over een uitzonderlijk sportlichaam te beschikken; haast spelenderwijs loopt hij de concurrentie op een hoopje. Ondertussen heeft de wielermicrobe hem dan toch te pakken gekregen, en zodra hij oud genoeg is vraagt hij een wielerlicentie aan. Op vijftienjarige leeftijd debuteert hij bij de nieuwelingen... met een overwinning te Brakel als gevolg. In 1991 wordt het wonderkind kampioen van België bij de nieuwelingen, het jaar daarop doet hij dat als eerstejaars nog eens over bij de junioren. Nog steeds als neofiet in deze categorie behaalt hij brons op het wereldkampioenschap in Athene, waarop hij, toen al eigenzinnig, besluit dat hij maar beter meteen prof kan worden en niet bij de zogenaamde "amateurs", tegenwoordig beloften geheten, hoeft ter plaatse te blijven trappelen. Prof moet en zal hij worden, bij het Lottoteam van oom ploegleider Jean-Luc. VDB wordt voor de eerste keer door alle kenners gek verklaard, maar behaalt zijn gelijk door in zijn eerste profweken meteen het hele peloton het nakijken te geven in de zwaarste etappe van de Ronde van de Middellandse Zee. Op het einde van dat eerste profjaar blijkt een tweede keer hoe stug en eigenwijs Vandenbroucke kan zijn: hij noemt zijn oom een amateur en verlaat Lotto voor het Mapei van Patrick Lefevere, een overstap waarvoor hij niet enkel een langdurige vete met zijn oom maar ook met zijn ouders overheeft. De resultaten geven hem echter opnieuw gelijk: op twintigjarige leeftijd wint VDB zijn eerste (semi)klassieker, Parijs-Brussel, wat hem tot in Italië roem en de bijnaam il Bambino d'oro oplevert.
Een jaar later, in 1996, volgt de bevestiging met dertien zeges, waaronder eindzeges en etappes in de rondes van Oostenrijk en van de Middellandse Zee, en een zelden geziene triomf in de Scheldeprijs, waarbij hij kilometerslang een voorsprong van enkele luttele seconden op een voortrazend peloton verdedigt. 1997 is wat minder: Frank behaalt weliswaar opnieuw zeven overwinningen, maar door blessures blijven de echt grote zegepralen uit. In 1998 is het echter wel goed raak met successen in Gent-Wevelgem en Parijs-Nice, waar hij twee etappes én het eindklassement binnenhaalt, iets wat geen enkele Belg sinds het Merckxtijdperk meer gepresteerd had. Kenners als Rik Van Looy zijn in deze periode formeel: in België is eindelijk nog eens een potentiële tourwinnaar opgestaan. Het jaar daarop lijkt de hoop te rechtvaardigen: Vandenbroucke wordt enige kopman bij Cofidis en rijdt een schitterend voorjaar waarin hij de Omloop Het Volk wint en op een prachtige aanvallende manier bij de beste tien van het peloton eindigt in zowel de Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix als de Amstel Gold Race.
Hét absolute hoogtepunt van zijn carrière wordt de Luik-Bastenaken-Luik van dat seizoen. Al weken vooraf verkondigt VDB, met zijn inmiddels alom gekende flair, waar hij de tegenstand in de vernieling zal rijden. Op de dag zelf degradeert hij,precies zoals hij had voorspeld, eerst Michele Bartoli tot een wielertoerist op La Redoute, om vervolgens in de steile bocht van Saint-Nicolas die hij al dagen van tevoren in alle kranten had aangeduid als het precieze punt waar hij zijn beslissende demarrage wou plaatsen, van laatste tegenstander Michaël Boogerd weg te rijden. Vanaf nu tot aan zijn tragische dood zullen wielerfans overal waar hij een wedstrijd rijdt VDB IS GOD op het wegdek kalken.
Helaas, al gauw na dit magistrale orgelpunt van zijn loopbaan wordt aan de zuiverheid van Gods bestaan getwijfeld. Een eerste dopingzaak barst los, en hoewel hij later door het gerecht volledig zal vrijgesproken worden in deze affaire, schorst zijn ploeg Cofidis hem voor drie maanden. In eerste instantie lijkt dit de nieuwe wielerkoning geenszins af te remmen: zijn schorsing is nog maar ternauwernood afgelopen wanneer hij op indrukwekkende wijze twee ritten en het puntenklassement in de Ronde van Spanje aan zijn voor een vierentwintigjarige al zo verbluffende palmares toevoegt. Vooral de etappewinst in Avila, waarbij Vandenbroucke op de slotklim zo weergaloos versnelt dat de tegenstand achteruit in plaats van vooruit lijkt te fietsen, staat voor eeuwig op het netvlies van menig wielerliefhebber gebrand. Achteraf blijkt dat Frankieboy als de eerste de beste koersduif door paringsdrift tot grootse koersdaden werd geïnspireerd. In deze ronde van Spanje werd hij immers halsoverkop verliefd op bloemenmeisje Sarah Pinacci, en hij oversteeg zichzelf om haar hart te veroveren. Na het tweede boeket zegebloemen bezwijkt de Italiaanse schone, waarop een passionele nacht en een scheiding van Vandenbrouckes eerste vrouw Clothilde en dochtertje Cameron volgt. Na nog geen jaar trouwt VDB met Pinacci, wat hem opnieuw de banbliksems van de hele Vandenbroucke-clan oplevert. Vader en moeder VDB waren jeugdliefde Clothilde immers als lid van de familie gaan beschouwen, en begrepen niet hoe hun enfant terrible haar samen met hun kleinkind van de ene dag op de andere bij het huisvuil kan zetten. Ondanks alle turbulenties en twee gebroken polsen na een val in één van de eerste ronden, eindigt Vandenbroucke op het einde van dat onwaarschijnlijke jaar toch nog zevende op het wereldkampioenschap in Verona.
En dan stokt de machine. Is het de breuk met zijn familie, of zijn het de aanhoudende dopinggeruchten en de alsmaar zwaarder uit de hand lopende (drugs)feestjes waarin Cofidisploegmaat Gaumont hem meesleurt? Feit is dat Vandenbroucke in 2000 geen enkele overwinnig meer behaalt, en alsmaar vaker niet aan de start van belangrijke koersen verschijnt. Ook de twee daaropvolgende jaren wint de gevallen wielerheld nog geen kermiskoers, en verzint hij almaar vaker smoezen om niet aan wedstrijden deel te hoeven nemen. Een val van de trap, keelontstekingen, diarree, bronchitis, tendinitis, een achillespeesprobleem en een lichte polsverstuiking, voedselvergiftigingen, stress en zelfs een autopanne op weg naar het inschrijvingspodium, de lijst in de archieven van wielersites is eindeloos. In 2002 ontfermt Patrick Lefevere zich opnieuw over het gevallen Godenkind, waardoor het begin van het seizoen beterschap lijkt te brengen. Net op dat moment worden echter diverse dopingproducten bij Vandenbroucke thuis gevonden, wat de alom bekende televisiebeelden oplevert van de wielerkampioen die in de boeien geslagen wordt. De renner blijkt verraden door zijn persoonlijke verzorger Bernard Sainz, bijgenaamd docteur Mabuse. Het strafrechterlijk onderzoek sleept jaren aan en werkt zwaar op het gemoed van VDB. Ondertussen raakt hij ook nog eens zwaar verslaafd aan cocaïne, amfetamines en anti-depressiva, een verslaving waaronder het sprookjeshuwelijk met Sarah Pinacci zwaar te lijden heeft. Een en ander leidt tot een eerste zelfmoordpoging: VDB staat op een mooie namiddag met een geweer in zijn tuin te zwaaien en dreigt zichzelf en zijn familie van het leven te beroven. Nog één keer schittert Frank echter: een tweede plaats in de Ronde van Vlaanderen 2003 vormt zijn laatste echt grote wapenfeit. Daarna gaat het verder bergaf, met de scheiding van Sarah in 2007 en een daaropvolgende tweede zelfmoordpoging, waarbij hij maar nipt een overdosis medicijnen overleeft en achteraf gedwongen in een psychiatrische afdeling te Ieper opgenomen wordt. Toch versiert Vandenbroucke ook in 2008 en 2009 nog een contract bij een wielerploeg en blijft hij enorm populair. In het laatste jaar van zijn leven lijkt het weer wat de goede kant op te gaan met Vdb: voor het eerst sinds 1999 wint hij zelfs een (weliswaar erg kleine) koers, en net voor hij op vakantie naar Senegal vertrekt spreekt hij de hoop uit volgend jaar weer aan de klassiekers deel te kunnen nemen. Van die vakantie zal hij echter nooit weerkeren...
zondag 11 oktober 2009
Stephen Gately : de kleine van Boyzone
In 2000 besloot Boyzone ermee op te houden. Gately en Ronan Keating begonnen elk aan een solocarrière, Keating met vrij veel succes, Gately ging het iets minder voor de wind. Hij publiceerde slechts één solo-album, New Beginning (2000), waarvan de gelijknamige debuutsingle nog wel piekte op een 3de plaats in de charts. Daarna ging hij zich toeleggen op acteerwerk. Hij had enkele tv-rolletjes maar kwam vooral aan de bak in de Londense West End waar hij een veelgevraagd musicalster werd die onder andere de rol van de vogelverschrikker in The Wizard of Oz speelde.
In 1999 had Gately in een interview met The Sun toegegeven dat hij homo was. Dit veroorzaakte behoorlijk wat controverse omdat dit normaliter not done was onder leden van boysbands. Alhoewel Gately veel lof kreeg toegezwaaid voor zijn moed, gaf Boyzone-manager Louis Walsch toe dat hij, mocht hij dit indertijd geweten hebben, hij Gately niet in de groep zou hebben toegelaten omdat een boysband natuurlijk bestaat bij gratie van de verliefde bakvissen. In 2003 trouwde Gately in Las Vegas met zijn partner Andrew Cowles, en 3 jaar later sloten ze in Londen een formeel samenlevingscontract af.
Boyzone was vorig jaar begonnen aan een reünie en zou in 2010 een nieuw album uitbrengen. Stephen Gately was op het moment van zijn dood op vakantie in Mallorca. Hij was daar gisteravond met een vriend iets gaan drinken. Hij ging slapen maar werd nooit meer wakker. De precieze doodsoorzaak is op dit moment nog niet duidelijk.
Tot slot de YouTube filmpjes, hier een optreden uit 1995 waarin Boyzone Love Me For A Reason brengt (Gately is de jongen rechts vooraan, met het zwart giletje):
En hier brengt Stephen zijn eerste solo-single New Beginning in Top Of The Pops in 2000:
Toby Rundle : de Harry Potter student
vrijdag 9 oktober 2009
Richard Sonnenfeldt : De Nürnberg-vertaler
Dré Steemans : Felice swingt niet meer
Vanaf 1992 presenteerde Felice in de vooravond het kookprogramma 1000 Seconden samen met kok Herwig Van Hove. Het samenspel tussen de norse, arrogante Van Hove en de flamboyante, nerveuzerig doende Felice terwijl ze elkaar tussen potten en pannen voor de voeten liepen -ondertussen beiden zwetend gelijk een rund- zorgde voor een amusant programma dat maar liefst 13 seizoenen liep. Felice zal waarschijnlijk vooral de geschiedenis ingaan als presentator van Het Swingpaleis, het gigantisch populaire karaoke-programma met Bekende Vlamingen dat van 1996 tot 2006 liep op Eén. Ook de Swingpaleis-kloon Biebabeloeba nam Felice voor zijn rekening.
Begin 2006 stapte Steemans over naar VT4 en VijfTV waar hij hun belangrijkste gezicht werd en hun vlaggenschepen Supertalent In Vlaanderen, Can You Duet, Te Nemen Of Te Laten, en samen met topchef Wout Bru ook het kookprogramma Koken Met Een Sterretje presenteerde. Hij was ook een rolmodel als openlijk homoseksuele Bekende Vlaming. In 2006 publiceerde hij de autobiografische roman Jongens Onder Elkaar waarin hij zijn jeugd als tienerjongen met een ontluikende homoseksualiteit die in Leuven bij de paters op pensionaat zit verwerkt heeft. Dré Steemans overleed in zijn slaap.
Hieronder Felice die in de eindronde van De Drie Wijzen een waar/onwaar-verhaal vertelt (Felice begint vanaf 4:02):
Hier is hij aan het werk als presentator in Het Swingpaleis (slechts tot 0:25, daarna zijn het 3 krijsende non-talenten):
En hier een schitterende scène uit In De Gloria waarin de 'mediawatcher' Felice en Herwig Van Hove in 1000 Seconden op de korrel neemt:
woensdag 7 oktober 2009
Mercedes Sosa: Wereldberoemd in Argentinië
Mercedes Sosa was vooral in Latijns Amerika zeer populair. Toen ze 15 jaar was, won ze een talentenwedstrijd georganiseerd door een lokale radiozender. Ze kreeg de kans om 2 maanden op te treden. Het was echter wachten tot 1959 tot haar eerste plaat "La Voz de la Zafra" verscheen. In totaal zou ze meer dan 40 platen maken.
Haar muziek stond dichtbij de maatschappij en het volk. Haar man, Manuel Óscar Matus, en zij werden aanzien als de pioniers van het 'Neuva Cancion'. Ze waren de eersten die traditionele Latijns-Amerikaanse muziek combineerden met moderne pop- en rockmuziek. Ze waren de grondleggers van deze muziekstroming.
Mercedes was een fervent voorvechter van de mensenrechten. In de jaren zeventig leidde dat tot problemen. In 1976 werd ze op het podium in La Plata gearresteerd door de militaire junta. Ze verhuisde naar Europa. Pas in 1982, enkele weken voor het regime instortte als gevolg van de Falklandoorlog, keerde ze terug naar Argentinië. Ze gaf er verschillende optredens in het 'Opera Teatro Colón', waar ze veel van haar jongere collega's uitnodigde. Hierna startte ze meerdere grote tournees doorheen heel Latijns-Amerika, maar zong ze ook in het Lincoln Center (New York) en Théatre Mogador (Parijs). In de jaren negentig was ze vaak ziek, maar dat weerhield haar niet om in 1994 in de Sixtijnse Kapel (Vaticaanstad) te zingen en in 1998 een grote tournee te doen doorheen Argentinië. En in 2002 waren de concerten in Carnegie Hall (New York) en het Colloseum (Rome) steeds uitverkocht. Ze werkte samen met tal van bekende artiesten, onder wie Luciano Pavarotti, Sting, Shakira en Andrea Bocelli.
Deze rijk gevulde carrière leverde haar natuurlijk prijzen op. In 2000, 2003 en 2006 won ze de Award voor 'Best Folk Album' bij de Latin Grammy Awards. Dit jaar werd ze genomineerd voor 'Best Folk Album' en 'Best Album of the Year'.
Robert Baker : Van de Engelse B-film naar The Saint
maandag 5 oktober 2009
Jean Vermeire : De laatste Rexist
zondag 4 oktober 2009
Günther Rall : Een van de meest succesvolle aces
vrijdag 2 oktober 2009
Marek Edelman : Het Ghetto van Warschau
donderdag 1 oktober 2009
Victor Van Schil : meesterknecht van Merckx
Door zijn rol als geboren knecht kwam Van Schil natuurlijk zelf niet veel aan winnen toe. Toch staan er 13 zeges op zijn palmares. De belangrijksten zijn twee étappes in de Ronde van Spanje (1964 & 1968), de Ronde van Wallonië (1967) en de Brabantse Pijl (1968). Van Schil was een beetje de Leif Hoste van Luik-Bastenaken-Luik, in die zin dat hij er een ton mooie ereplaatsen reed maar nooit won. Zijn beste klassering was 2 keer een tweede plaats in 1966 en 1969. Vooral de editie van 1969 maakt hem onsterfelijk in de wielergeschiedenis. Van Schil was mee met de vroege vlucht. Toen zijn kopman Eddy Merckx vanuit het peloton demarreerde en de kopgroep aan flarden reed, was Van Schil de enige die kon aanpikken. In de slotkilometers kreeg Van Schil het moeilijk maar Merckx wou hem niet losrijden. De meet naderend stelde Merckx voor hem de zege cadeau te doen, maar de gouden knecht wou daar niet van weten daar hij enkel bij de gratie van zijn kopman had kunnen overleven. Hij antwoordde Merckx: "Eddy toch, wat een stomme vraag. Zelfs al mocht ge nu vallen, ik drààg u over de meet!" In zijn opinie was Merckx de beste en verdiende hij de overwinning. Met bijna 10 minuten voorsprong op de 3de schreden ze uiteindelijk hand in hand over de finish met Merckx als eerste (foto links). Het zichzelf wegcijferen voor Merckx beschouwde Van Schil als een eer. In een interview zei hij hierover het volgende: "Mijn eigen overwinningen en ereplaatsen zijn vergeten, maar dat stoort me niet in het minst. De band met Eddy is gebleven. Dat is wat telt voor mij."
In 1977 zette Van Schil een punt achter zijn wielercarrière. Hij opende een goed boerende tenniszaak. Met Merckx en zijn andere ploegmakkers van weleer ging Van Schil nog wekelijks fietsen en daarna een paar pinten pakken. De laatste maanden was hij echter bijzonder depressief omwille van familiale problemen. Hij kwam zijn deur bijna nooit meer uit. Enkel voor de begrafenis van moeder Merckx twee weken geleden maakte hij een uitzondering. Vic Van Schil heeft zich verhangen in de garage van zijn woning aan de Bevelsesteenweg in Nijlen waar zijn vrouw zijn levenloze lichaam heeft aangetroffen.
Hieronder een YouTube-filmpje met archiefbeelden en een interview met de wielerheld zelf.