Langs de doodsput bij Trawniki stond toen Josias Kumpf. Zijn orders waren duidelijk: hij moest de terdoodveroordeelden in de gaten houden en als er iemand probeerde te ontsnappen, moest hij ze neerschieten. 8.000 doden later was Erntefest in Trawniki voorbij.
De in Servië geboren Kumpf sloot zich in 1942, op zijn zeventiende, aan bij de SS Totenkopfverbände, de SS-organisatie die zich bezighield met de administratie van de kampen. Hij diende als bewaker in Sachsenhausen, dan in Trawniki en eindigde zijn oorlogscarrière als opzichter van slavenkampen in bezet Frankrijk, waar de lanceerinstallaties voor de V1 en V2 gebouwd werden.
Na de oorlog emigreerde hij in 1956 naar de Verenigde Staten, waar hij in 1964 het staatsburgerschap verkreeg. Kumpf bracht de jaren daarop vredig door in Wisconsin. In 2003 achterhaalde de arm der wet hem echter. Hij werd aangeklaagd voor oorlogsmisdaden in verband met zijn aandeel in de beruchte 3 november 1943 en in 2005 verloor hij zijn staatsburgerschap. In maart van dit jaar werd hij gedeporteerd naar Oostenrijk, waar hij terecht zou staan. Peter Rogers, de immigratie-advocaat van Kumpf, gaf toe dat zijn cliënt aanwezig in Trawniki, maar sprak het goed door te zeggen dat hij 'never laid a finger on anyone, he never shot at anyone.'
Hij stond er bij en keek ernaar. 'Kumpf's personal presence functioned to discourage escape attempts and maintain order over the prisoners... (H)e presided over and witnessed the torture and murder of helpless people,' aldus de woordvoerder van het Amerikaans gerecht, Ian McCaleb.
Josias Kumpf, de kampbewaker die er gewoon bij stond, overleed in een ziekenhuis in Wenen. Hij werd 84.
Josias Kumpf, de kampbewaker die er gewoon bij stond, overleed in een ziekenhuis in Wenen. Hij werd 84.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten