dinsdag 13 oktober 2009
Frank Vandenbroucke: God is dood
Il Bambino d'oro, de gouden baby van het internationale wielrennen, ook wel VDB of simpelweg God genoemd, is niet meer. Na een onnavolgbaar turbulent leven vol grootspraak, rechtszaken, liefdesperikelen, in de prak gereden sportwagens, twee zelfmoordpogingen én een collocatie op de koop toe, bezweek Vandenbroucke aan een banale longembolie. In Senegal godbetert. Het trieste einde van de man die ooit als de gedoodverfde opvolger van Eddy Merckx werd beschouwd...
Op zes november 1974, enkele maanden na de vijfde en laatste Tourzege van Merckx, wordt Frank Vandenbroucke geboren te Moeskroen. Hoewel hij, met een wielermecanicien als vader en ex-winnaar van Parijs-Tours Jean-Luc Vandenbroucke als oom, voorbestemd lijkt om te gaan fietsen, kiest hij aanvankelijk voor voetbal en atletiek. Meteen blijkt de jongste telg van het geslacht VDB over een uitzonderlijk sportlichaam te beschikken; haast spelenderwijs loopt hij de concurrentie op een hoopje. Ondertussen heeft de wielermicrobe hem dan toch te pakken gekregen, en zodra hij oud genoeg is vraagt hij een wielerlicentie aan. Op vijftienjarige leeftijd debuteert hij bij de nieuwelingen... met een overwinning te Brakel als gevolg. In 1991 wordt het wonderkind kampioen van België bij de nieuwelingen, het jaar daarop doet hij dat als eerstejaars nog eens over bij de junioren. Nog steeds als neofiet in deze categorie behaalt hij brons op het wereldkampioenschap in Athene, waarop hij, toen al eigenzinnig, besluit dat hij maar beter meteen prof kan worden en niet bij de zogenaamde "amateurs", tegenwoordig beloften geheten, hoeft ter plaatse te blijven trappelen. Prof moet en zal hij worden, bij het Lottoteam van oom ploegleider Jean-Luc. VDB wordt voor de eerste keer door alle kenners gek verklaard, maar behaalt zijn gelijk door in zijn eerste profweken meteen het hele peloton het nakijken te geven in de zwaarste etappe van de Ronde van de Middellandse Zee. Op het einde van dat eerste profjaar blijkt een tweede keer hoe stug en eigenwijs Vandenbroucke kan zijn: hij noemt zijn oom een amateur en verlaat Lotto voor het Mapei van Patrick Lefevere, een overstap waarvoor hij niet enkel een langdurige vete met zijn oom maar ook met zijn ouders overheeft. De resultaten geven hem echter opnieuw gelijk: op twintigjarige leeftijd wint VDB zijn eerste (semi)klassieker, Parijs-Brussel, wat hem tot in Italië roem en de bijnaam il Bambino d'oro oplevert.
Een jaar later, in 1996, volgt de bevestiging met dertien zeges, waaronder eindzeges en etappes in de rondes van Oostenrijk en van de Middellandse Zee, en een zelden geziene triomf in de Scheldeprijs, waarbij hij kilometerslang een voorsprong van enkele luttele seconden op een voortrazend peloton verdedigt. 1997 is wat minder: Frank behaalt weliswaar opnieuw zeven overwinningen, maar door blessures blijven de echt grote zegepralen uit. In 1998 is het echter wel goed raak met successen in Gent-Wevelgem en Parijs-Nice, waar hij twee etappes én het eindklassement binnenhaalt, iets wat geen enkele Belg sinds het Merckxtijdperk meer gepresteerd had. Kenners als Rik Van Looy zijn in deze periode formeel: in België is eindelijk nog eens een potentiële tourwinnaar opgestaan. Het jaar daarop lijkt de hoop te rechtvaardigen: Vandenbroucke wordt enige kopman bij Cofidis en rijdt een schitterend voorjaar waarin hij de Omloop Het Volk wint en op een prachtige aanvallende manier bij de beste tien van het peloton eindigt in zowel de Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix als de Amstel Gold Race.
Hét absolute hoogtepunt van zijn carrière wordt de Luik-Bastenaken-Luik van dat seizoen. Al weken vooraf verkondigt VDB, met zijn inmiddels alom gekende flair, waar hij de tegenstand in de vernieling zal rijden. Op de dag zelf degradeert hij,precies zoals hij had voorspeld, eerst Michele Bartoli tot een wielertoerist op La Redoute, om vervolgens in de steile bocht van Saint-Nicolas die hij al dagen van tevoren in alle kranten had aangeduid als het precieze punt waar hij zijn beslissende demarrage wou plaatsen, van laatste tegenstander Michaël Boogerd weg te rijden. Vanaf nu tot aan zijn tragische dood zullen wielerfans overal waar hij een wedstrijd rijdt VDB IS GOD op het wegdek kalken.
Helaas, al gauw na dit magistrale orgelpunt van zijn loopbaan wordt aan de zuiverheid van Gods bestaan getwijfeld. Een eerste dopingzaak barst los, en hoewel hij later door het gerecht volledig zal vrijgesproken worden in deze affaire, schorst zijn ploeg Cofidis hem voor drie maanden. In eerste instantie lijkt dit de nieuwe wielerkoning geenszins af te remmen: zijn schorsing is nog maar ternauwernood afgelopen wanneer hij op indrukwekkende wijze twee ritten en het puntenklassement in de Ronde van Spanje aan zijn voor een vierentwintigjarige al zo verbluffende palmares toevoegt. Vooral de etappewinst in Avila, waarbij Vandenbroucke op de slotklim zo weergaloos versnelt dat de tegenstand achteruit in plaats van vooruit lijkt te fietsen, staat voor eeuwig op het netvlies van menig wielerliefhebber gebrand. Achteraf blijkt dat Frankieboy als de eerste de beste koersduif door paringsdrift tot grootse koersdaden werd geïnspireerd. In deze ronde van Spanje werd hij immers halsoverkop verliefd op bloemenmeisje Sarah Pinacci, en hij oversteeg zichzelf om haar hart te veroveren. Na het tweede boeket zegebloemen bezwijkt de Italiaanse schone, waarop een passionele nacht en een scheiding van Vandenbrouckes eerste vrouw Clothilde en dochtertje Cameron volgt. Na nog geen jaar trouwt VDB met Pinacci, wat hem opnieuw de banbliksems van de hele Vandenbroucke-clan oplevert. Vader en moeder VDB waren jeugdliefde Clothilde immers als lid van de familie gaan beschouwen, en begrepen niet hoe hun enfant terrible haar samen met hun kleinkind van de ene dag op de andere bij het huisvuil kan zetten. Ondanks alle turbulenties en twee gebroken polsen na een val in één van de eerste ronden, eindigt Vandenbroucke op het einde van dat onwaarschijnlijke jaar toch nog zevende op het wereldkampioenschap in Verona.
En dan stokt de machine. Is het de breuk met zijn familie, of zijn het de aanhoudende dopinggeruchten en de alsmaar zwaarder uit de hand lopende (drugs)feestjes waarin Cofidisploegmaat Gaumont hem meesleurt? Feit is dat Vandenbroucke in 2000 geen enkele overwinnig meer behaalt, en alsmaar vaker niet aan de start van belangrijke koersen verschijnt. Ook de twee daaropvolgende jaren wint de gevallen wielerheld nog geen kermiskoers, en verzint hij almaar vaker smoezen om niet aan wedstrijden deel te hoeven nemen. Een val van de trap, keelontstekingen, diarree, bronchitis, tendinitis, een achillespeesprobleem en een lichte polsverstuiking, voedselvergiftigingen, stress en zelfs een autopanne op weg naar het inschrijvingspodium, de lijst in de archieven van wielersites is eindeloos. In 2002 ontfermt Patrick Lefevere zich opnieuw over het gevallen Godenkind, waardoor het begin van het seizoen beterschap lijkt te brengen. Net op dat moment worden echter diverse dopingproducten bij Vandenbroucke thuis gevonden, wat de alom bekende televisiebeelden oplevert van de wielerkampioen die in de boeien geslagen wordt. De renner blijkt verraden door zijn persoonlijke verzorger Bernard Sainz, bijgenaamd docteur Mabuse. Het strafrechterlijk onderzoek sleept jaren aan en werkt zwaar op het gemoed van VDB. Ondertussen raakt hij ook nog eens zwaar verslaafd aan cocaïne, amfetamines en anti-depressiva, een verslaving waaronder het sprookjeshuwelijk met Sarah Pinacci zwaar te lijden heeft. Een en ander leidt tot een eerste zelfmoordpoging: VDB staat op een mooie namiddag met een geweer in zijn tuin te zwaaien en dreigt zichzelf en zijn familie van het leven te beroven. Nog één keer schittert Frank echter: een tweede plaats in de Ronde van Vlaanderen 2003 vormt zijn laatste echt grote wapenfeit. Daarna gaat het verder bergaf, met de scheiding van Sarah in 2007 en een daaropvolgende tweede zelfmoordpoging, waarbij hij maar nipt een overdosis medicijnen overleeft en achteraf gedwongen in een psychiatrische afdeling te Ieper opgenomen wordt. Toch versiert Vandenbroucke ook in 2008 en 2009 nog een contract bij een wielerploeg en blijft hij enorm populair. In het laatste jaar van zijn leven lijkt het weer wat de goede kant op te gaan met Vdb: voor het eerst sinds 1999 wint hij zelfs een (weliswaar erg kleine) koers, en net voor hij op vakantie naar Senegal vertrekt spreekt hij de hoop uit volgend jaar weer aan de klassiekers deel te kunnen nemen. Van die vakantie zal hij echter nooit weerkeren...
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Naarmate het onderzoek van de Senegalese autoriteiten vordert en er meer gegevens naar buiten komen lijkt het van een "banale longembolie" naar een explosieve cocktail van alcohol, insuline, kalmeermiddelen, slaappillen en Senegalese one-night-stands te evolueren. Men zou -cynisch weliswaar- bijna kunnen spreken van een meer "passend" einde voor het gevallen godenkind. Maar soit, men moet niet alles geloven wat er in de gazetten staat natuurlijk. Mooi eerbetoon Kris, en hoe het ook weze: rest in peace Frank, only the good die young etecetera...
Een reactie posten