De mythische manager van the Sex Pistols, Malcolm McLaren, is op 64-jarige leeftijd overleden. Hij leed aan kanker.
McLaren zat eerst in de modebranche, samen met zijn vrouw Vivienne Westwoord. Op een mode-evenement in New York ontmoette hij de leden de Amerikaanse punkgroep New York Dolls en werd hun manager. Hij kleedde hen meteen in een stemmig rood lederen pakje en maakte hun podiumact wat controversiëler, door een hamertje en een sikkeltje in de podiumbekleding te verwerken. Not very mainstream in het Amerika van de jaren zeventig. Maar veel impact had het allemaal niet: de New York Dolls waren al op hun retour, en het grote shockeffect bleef uit.
De plas over dan maar, moet McLaren gedacht hebben. In het Verenigd Koninkrijk, dat kreunde onder een enorme economische crisis met nooit geziene werkloosheidscijfers, stampte hij de Sex Pistols uit de grond. Hij ontmoette Johnny Rotten in de boetiek die hij in Londen begonnen was (met de liederlijke naam “Sex’). De carrière van the Pistols was kort maar hevig: eind november 1976 begonnen ze eraan, in 1978 was het al gedaan. Punkliedjes duren niet lang.
McLarens reputatie als manager was gevestigd. Hij werkte verder met Bow Wow Wow (bekend van “I Want Candy”), waar hij een zekere George O’Dowd probeerde binnen te loodsen als zanger. George O’Dowd is de naam die op de pas van Boy George staat.
Naderhand ging hij zelf muziek maken, en McLaren bracht het er zeker niet slecht vanaf: “Buffalo Gals” en “Something’s jumping in your shirt” zijn waarschijnlijk zijn twee bekendste soloworpen.
God bless his soul.
Somethin's jumpin' in your shirt:
Anarchy in the UK (Sex Pistols)
I Want Candy (Bow Wow Wow)
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten