maandag 22 juni 2009

Karel Van Miert : De Tuinman van Europa

Het ontzielde lichaam van Karel Van Miert is teruggevonden in zijn tuin. Van Miert, geboren op 17 januari 1942 in Oud-Turnhout als oudste van 9 kinderen in een landbouwersgezin, brak op zijn 14e zijn middelbare studies aan het college van Turnhout af. Hij wou in het familiebedrijf aan de slag gaan, maar kreeg daarvoor weinig steun en trad als leerling-elektricien in dienst van een bouwfirma. Na nog enkele jobs ging hij opnieuw studeren en behaalde hij zijn diploma middelbaar onderwijs voor de Centrale Jury. Daarna studeerde hij aan de Rijksuniversiteit van Gent, waar hij in 1966 afstudeerde als licentiaat diplomatieke wetenschappen, met grote onderscheiding. Zijn thesis handelde over het supranationaal karakter van de Europese Commissie, een voorbode al van zijn latere carrière op het supranationale politieke toneel. Dezelfde graad behaalde hij in 1967 aan het Centre Européen Universitaire de Nancy waar hij als bursaal van de Franse regering het Diplôme d'Etudes Supérieures Européennes in de wacht sleepte. In 1967-1968 liep hij stage bij de Europese Commissie. Hij volgde ook zomercursussen in Oxford (Worchester College, 1969). In 1967 begon zijn beroepsloopbaan als aspirant bij het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (1971). Daar was hij medewerker van de Nederlander Sicco Mansholt, die toen Europees commissaris voor het landbouwbeleid was. Van 1971 tot 1973 werkte Van Miert als assistent aan de VUB (seminarie volkenrecht). Tussen 1973 en 1975 was hij hoofdadministrateur op het kabinet van Henri Simonet, vice-voorzitter van de Europese Commissie. Hij was ook kabinetschef van minister van Economische Zaken Willy Claes (1977). Vanaf 1978 is hij deeltijds docent aan de VUB (cursus "Onstaan en Ontwikkeling van de Europese Gemeenschap"). Op politiek vlak was Van Miert tussen 1970 en 1973 nationaal ondervoorzitter en daarna nationaal politiek secretaris van de Jong-Socialisten. Die laatste functie gaf hem automatisch toegang tot het BSP-partijbureau. In die periode richtte hij tevens mee de Rode Leeuwen op, de Vlaamse socialisten van de Brusselse agglomeratie. In 1976 werd Van Miert adjunct-nationaal secretaris van de BSP, belast met internationale zaken. Anderhalf jaar later was hij al co-voorzitter, in opvolging van Willy Claes. Hij was ook de eerste voorzitter van de eind 1978 autonoom geworden SP. Hij profileerde zich daar als gangmaker van de "Jonge Turken", met onder andere Louis Tobback, Willy Claes, Freddy Willockx en Luc van den Bossche. Hij bleef uiteindelijk voorzitter tot begin januari 1989. Gedurende een paar jaar was Van Miert ook vice-voorzitter van de Unie van Socialistische Partijen van de Europese Gemeenschap. Van 1986 tot 1992 was hij vice-voorzitter van de Socialistische Internationale. Van 1983 tot midden 1988 had hij ook zitting in de gemeenteraad van Kortenberg.
Van 1979 tot 1985 was hij Europees parlementslid. Tweemaal trok hij de Europese SP-lijst. Dat leverde hem in 1984 maar liefst 496.063 voorkeurstemmen op. De SP steeg toen van 20 tot 28%. In oktober 1985 stapte hij over naar de Kamer, waarin hij bleef zittten tot 1988. Op 6 januari 1989 werd hij Europees commissaris voor Transport, Consumentenbeleid, Kredieten en Investeringen. Aanvankelijk werd Van Miert nog beschouwd als "le petit Belge." Maar het respect voor zijn dossierkennis en vastberadenheid groeide snel. Exact 4 jaar later werd zijn mandaat verlengd en werd hij bevoegd voor Personeel, Algemeen Beheer en Mededingingsbeleid. Vooral dankzij die laatste functie groeide hij uit tot een internationaal gerespecteerd commissaris, die ooit de 'machtigste man van Europa' werd genoemd.
Want hij ging in tegen machtige bedrijven en zware politieke lobbygroepen. De omstreden redding van Crédit Lyonnais, de afspraken tussen de Duitse mediagiganten Kirch en Bertelsman, de botsing met Bernie Ecclestone over de televisierechten van de Formule 1, en de aanvaring met Boeing over de geplande fusie met McDonnell Douglas, zijn daar duidelijke voorbeelden van.
Van Miert zou uiteindelijk 2 ambtstermijnen lang eurocommissaris van Mededingingsbeleid blijven, tot in 1999. In dat jaar moest hij samen met de hele commissie ontslag nemen na een 'affaire' rond de Franse Commissaris Edith Cresson. Hij trok zich daarop terug uit de Europese politiek. Eerder had hij dat ook al uit de Belgische politiek gedaan, na een aanvaring met de SP-top. De discussie handelde over de rol van zijn levensgezel Carla Galle in Agusta-affaire. Volgens Van Miert is er toen "iets gebroken" tussen hem en de partij. Na zijn politiek loopbaan werd hij voorzitter van de Nederlandse zakenuniversiteit van Nyenrode. Hij was ook bestuurder in verschillende bedrijven, waaronder Agfa-Gevaert, Solvay, De Persgroep, Carrefour Belgium, Vivendi, Philips en RWE. Op 26 mei 1992 benoemde de Koning hem tot Minister van Staat. Van Miert publiceerde meerdere studies over de Europese eenmaking en de EU. Van Miert stond ook bekend als de 'tuinman van Europa'. Een Brabantse hoogstamboomgaard van 1,5 hectare met ruim 200 fruitbomen was zijn grote trots en jeugddroom. Hij zocht daarbij vooral naar oude, vergeten variëteiten. Karel Van Miert viel van zijn ladder en werd dood teruggevonden. 'Le petit Belge' werd slechts 67.

Geen opmerkingen: