Huang Tingxin is overleden. De man was de laatste Chinese veteraan van D-Day. In 1942, toen hij 24 was, werden hij en 23 andere marine-officieren naar het Verenigd Koninkrijk gestuurd, om daar te studeren en mee te vechten met de Geallieerden. Na zijn training aan het Royal Naval College werd hij in maart 1944 deputy watch officer op de HMS Searcher (zie foto). De Searcher was een escort carrier, een kleinere en tragere versie van het vliegdekschip met een tonnage van 10.000 ton. Het schip had 25 gevechtsvliegtuigen aan boord. Huangs taak was ervoor te zorgen dat de Searcher op koers bleef en in formatie bleef varen. Geen klein bier overigens, want de manier waarop het schip vaarde, was van groot belang voor de landing van de vliegtuigen op het dek. Een verkeerde hoek betekende een verkeerde landing, met alle gevolgen vandien.
Zo kwam hij op 6 juni 1944 terecht voor de kust van Normandië. In een interview in 2006 zei hij dat zijn taak op het schip niet zo'n grote was. Huang wees daarentegen op de Chinese soldaten die ook mee aan land gingen met de Geallieerden.
Na de oorlog keerde hij in 1948 terug naar China. Toen een jaar later de Volksrepubliek gesticht werd, ging hij terug bij de marine. Een decennium later ging hij les geven aan de universiteit tot aan zijn pensioen. Huang sprak raar of zelfden over zijn marine-ervaringen. Het was pas toen hij aan zijn bed gekluisterd werd door de ziekte van Parkinson dat hij zijn memoires dicteerde aan zijn zoon, Huang Shansong. Toen Tingxins verhaal ten einde was, had Shansong 60.000 woorden neergeschreven.
Huang Tingxin werd 91. In 2006 kreeg hij nog het Légion d'Honneur. Eén van zijn studenten herinnerde zich nog zijn mening over oorlog: 'Ik wou dat het woord "oorlog" een historische term werd en voor eeuwig zo zou blijven.' Hij overleed op Wapenstilstand, maar het nieuws werd nu pas bekendgemaakt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten