Robert McNamara heeft blijkbaar altijd iets met bombardementen gehad. De Amerikaan, die zou uitgroeien tot één van de belangrijkste staatsmannen van zijn generatie, was in zijn jeugd zeer goed met cijfers. Zijn statistische vaardigheden brachten hem zo in de Tweede Wereldoorlog in contact met generaal Curtis LeMay. Samen met hem zou McNamara samenwerken om de bombardementen op Japan in goede banen te leiden. Dat zorgde voor 67 Japanse steden die in een vuurstorm verdwenen en meer dan 1 miljoen doden, met als topper het bombardement op Tokyo in de nacht van 9 op 10 maart 1945, waarbij meer dan 100.000 mensen omkwamen - meer dan de rechtstreekse sterfgevallen van de atoombommen op Hiroshima of Nagasaki. In de film The Fog of War: Eleven Lessons from the Life of Robert McNamara (2003) van Errol Morris zou hij toegeven dat hij volledig akkoord was met de uitspraken van LeMay, die op een bepaald punt gezegd had ze zich als oorlogsmisdadigers aan het gedragen waren. Na de oorlog ging hij bij Ford werken en er uiteindelijk zelfs CEO worden, de eerste die niet uit de Fordfamilie stamde.
En in 1960 slaagde de kersverse president John F. Kennedy er in om McNamara te klissen om zijn Secretary of Defense te worden. Die post zou hij tot 1968 bezetten. Hij begon onmiddellijk hervormingen door te voeren in het Pentagon en een nieuwe militaire doctrine te dicteren , die onder meer inhield dat de Amerikaanse militaire (nucleaire) macht gevoelig uitgebreid werd. En dan kwam de Cubacrisis, waarin hij ook een centrale rol speelde. In Fog of War zou hij terugblikken naar 1962 en herinnerde hij zich generaal LeMay, toen een adviseur van Kennedy, die Cuba wou binennvallen, en Fidel Castro himself, die later toegaf dat hij Sovjetleider Chroetsjov wou overhalen om Amerika aan te vallen met nucleaire wapens, mochten LeMay's invasieplannetjes ook uitgevoerd worden. Het resultaat is bekend: een oorlog werd afgewend en daar had ook Robert McNamara zijn aandeel in.
Maar dan kwam die andere oorlog. Onder McNamara zou de Vietnamoorlog zijn grootste escalatie kennen. Toen de nieuwe Secretary of Defense aantrad, zaten er 'slechts' 500 Amerikanen in Vietnam, die daar alleen waren om het Zuid-Vietnamese leger te trainen. Onder McNamara zou dat aantal al snel tot ongekende proporties groeien. Op het toppunt, in 1968, zaten er meer dan 550.000 Amerikanen in Vietnam. In 1965 raadde hij de nieuwe president Johnson aan om voor een all out military victory te gaan. Vanaf dan spraken ze in regeringskringen over McNamara's War, zo zeer was hij er mee vergroeid geraakt. Zijn eigen zoon, toen student aan Stanford, zou mee oplopen in de protestmarsen tegen de oorlog. Vanaf 1966 begon hij zich eindelijk vragen te stellen over het Amerikaanse Vietnambeleid en pas in 1968, toen de Amerikaanse lijkzakken aan de lopende band teruggevlogen werden (om van de Vietnamezen maar te zwijgen) zou hij doorhebben dat de oorlog niet te winnen viel. Misschien wat laat, maar McNamara had het tenminste door - Johnson wou de Vietnamezen tot pulp blijven bombarderen. McNamara botste constant met Johnson en besloot zijn ontslag in te dienen. Vietnam kostte de Amerikanen uiteindelijk 58.000 doden - een getal dat in het niets valt bij de 2 à 3 miljoenen Vietnamezen die hun leven verloren in McNamara's War.
Na het débacle van Vietnam ging hij bijna onmiddellijk aan de slag als voorzitter van de Wereldbank, die hij tot 1981 leidde en die hij - hoe kan het ook anders - grondig hervormde. Deze keer wel meer ten goede. Pas in 1995 zou hij zich terug uitspreken over Vietnam in zijn boek In Retrospect: the Tragedy and Lessons of Vietnam. Daar gaf hij in toe dat 'the war was wrong, terribly wrong'. Voor zijn critici kwam dat wel een drietal decennia te laat. De oorlog bleef knagen en zou hem voor altijd achtervolgen.
Nadat hij zich had teruggetrokken uit de Wereldbank, waar hij zich uitsloofde om de situatie van de armen in de ontwikkelingslanden te verbeteren, zou de architect van het Amerikaanse nucleaire arsenaal zich ontpoppen als één van de grootste voorstanders voor ontwapening. Een vorm van boetedoening? Hoe het ook zij, Robert Strange McNamara stierf rustig in zijn slaap. Hij werd 93.
En hier alvast zijn commentaar op de Cubacrisis uit Fog of War:
maandag 6 juli 2009
Robert McNamara : De man achter Vietnam
Labels:
amerikaans,
Johnson,
Kennedy,
man,
politicus,
secretary of defense,
tweede wereldoorlog,
Vietnamoorlog
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten