vrijdag 25 december 2009

Knut Haugland : De laatste van de Kon-Tiki

In 1944, toen de Tweede Wereldoorlog op zijn einde liep, kwam de Noor Knut Magne Haugland zijn landgenoot Thor Heyerdahl tegen in een paramilitair trainingskamp in Engeland. Haugland had toen al een turbulente militaire carrière achter de rug. Hij vocht mee in de Noorse Campagne, toen zijn land overspoeld werd door de Duitsers. Na die nederlaag ging hij schuilen in Oslo en sloot zich aan bij de Noorse verzetsbeweging. In 1941 werd hij gearresteerd, maar wist te ontsnappen en via Zweden naar het Verenigd Koninkrijk te vluchten. Hij keerde terug in 1942 om de fabriek van Vemork te saboteren. In Vemork werd door de Duitsers zwaar water geproduceerd, wat gebruikt werd voor de bouw van atoomwapens. Hij werd later weer gearresteerd door de Gestapo, maar wist weer te ontvluchten en kwam weer in Engeland terecht, waar hij Heyerdahl tegen het lijf liep.
Die was volop bezig om zijn theorieën uit te werken omtrent de Polynesische migratiepatronen. Heyerdahl was er van overtuigd dat Zuid-Amerikanen in de pre-Columbiaanse tijd met vlotten Polynesië hadden bereikt en hij was vastbesloten dit te bewijzen door zelf op een vlot te kruipen dat hij volledig had gebouwd met de toenmalige materialen. Dat vlot ging de geschiedenis in als de Kon-Tiki. Heyerdahl, Haugland en nog vier anderen deden er 101 dagen over om 8.000 km te varen over de Stille Oceaan. Ze vertrokken vanuit Peru en strandden uiteindelijk op een rif in Raroia, dat deel uitmaakt van de Frans-Polynesische Tuamotu-eilanden. Hiermee had Heyerdahl aangetoond dat het wel degelijk mogelijk was om met primitieve middelen de oceaan te bedwingen.
Er kwam nog een documentaire uit over de expeditie in 1950, getiteld Kon-Tiki, waarin Haugland zichzelf speelde. Haugland en Heyerdahl overleefden al hun collega's, voor Heyerdahl zelf de pijp aan Maarten gaf in 2002, op zijn 87e. Haugland volgde dus zes jaar later. Hij werd 92.

donderdag 24 december 2009

Albert Scanlon: Busby Babe

Aan voetballiefhebbers hoef je niet uit te leggen wie de Busby Babes waren. Aan Tarek daarentegen… De Busby Babes waren een legendarische lichting voetballers van Manchester United, onder leiding van trainer Matt Busby. Meer dan de helft van die ploeg (8 speler, 3 teamofficials en 12 andere inzittenden) kwam in 1958 om bij een vliegtuigcrash in München. Scanlon hield aan de crash enkel een schedelbreuk en een gebroken been over. Het team kwam terug van een Europese wedstrijd in
Belgrado. Albert Scanlon kan nu in het hiernamaals zijn teammaats gaan vervoegen. Hij werd 74-jaar oud.

Op 19-jarige leeftijd stapte Scanlon over naar Manchester United, waar Matt Busby toen trainer was. Met ManU werd hij Engels landskampioen en 1956 en 1957. Na het ongeval kwam hij het volgende seizoen opnieuw in actie, en onder meer dankzij zijn 16 doelpunten werd het zwaar gehavende Manchester in 1959 toch nog vicekampioen. Hij verliet Old Trafford in 1960 na 127 wedstrijden en 35 doelpunten voor ManU. Daarna speelde hij voor Newcastle, Mansfield en Lincoln.

Brittany Murphy: “clueless” en “8 mile”

De Amerikaanse actrice Brittany Murphy is overleden. Ze werd bewusteloos teruggevonden in haar douche, en overleed op weg naar het ziekenhuis. De eerste geruchten gingen in de richting van een hartaanval, maar aangezien het om een Hollywoodactrice gaat, werden ook de woorden “eetstoornis”, “cocaine”, “pillen” en “braaksel” genoteerd.

Brittany Murphy lag niet op de top shelf in Hollywood, en zeker de laatste jaren reeg ze de low-budgetfilms aan elkaar. Grotere producties waaraan ze meewerkte waren ondermeer Clueless, 8 Mile (of de “Eminemfilm”) en Girl interrupted.

Brittany Murphy was amper 32 jaar oud.

zaterdag 19 december 2009

Hussein-Ali Montazeri : Het enfant terrible van de Iraanse clerus

Groot-Ayatollah Hussein-Ali Montazeri was al twintig jaar lang een doorn in het oog van het Iraanse establishment. Ooit was het nochtans anders; Montazeri begon als leerling van Ayatollah Khomeini in Qom en was vanaf 1963 volop bezig met het ondermijnen van het dictatoriale gezag van de Sjah. Khomeini werd op een bepaald punt buitengezwierd door de Sjah, waardoor de leiding van het verzet in handen kwam van Montazeri. Die werd in 1974 gevangengezet, maar in 1978 liep hij alweer op vrije voeten rond, zodat hij zich kon ontpoppen als één van de leiders van de Iraanse revolutie.
In tegenstelling echter tot Khomeini hield Montazeri er nog vrij liberale ideeën op na. De beste regeringsvorm was volgens hem een democratische, waarin de Islamitische juristen zoals hijzelf fungeerden als adviseurs. Die adviseurs mochten de onafhankelijkheid van de regering niet in het gedrang brengen en moesten worden verkozen door het volk.
Al snel werd Montazeri de rechterhand en gedoodverfde opvolger van Khomeini. Vanaf 1980 gaf Khomeini meer en meer macht aan zijn vroegere leerling. Tegen 1983 hing er overal waar Khomeini ergens tegen de muur hing, er een kleiner portret van Montazeri naast. Khomeini wou Montazeri ook daadwerkelijk aanduiden als zijn opvolger, maar Montazeri had bezwaren. Hij zag de opvolger liever verkozen worden door de Assemblée van Experten in plaats van aangeduid door de Ayatollah. In 1985 gaf hij toe en werd hij aangeduid als Khomeini's politieke erfgenaam.
Maar vanaf 1987 liet Montazeri andere geluidjes horen. Hij begon Khomeini meer en meer tegen te spreken en kritiek te leveren op zijn schendingen van de mensenrechten. In 1989 kwam dan de grote breuk met Khomeini. Die zette hem af en isoleerde hem bijna volledig. Khomeini overleed in juni van dat jaar en werd opgevolgd door Khamenei. Die had, vergeleken met Montazeri, maar een middelrang in de theocratische hiërarchie van Iran, iets wat de nieuwe Grote Leider hem nooit echt vergeven heeft. Montazeri werd onder huisarrest geplaatst. Ondertussen had de dissidente grijsaard echter al zo'n steun onder het volk en zelfs de leidende clerus, dat hij in 2003 terug op vrije voeten was.
In 2007 richtte Montazeri zijn pijlen op president Ahmadinejad, op wiens economische en nucleaire politiek hij scherpe kritiek uitte. Volgens hem kon men een land niet leiden op basis van slogans alleen. Bij de rellen rond de controversiële uitslag van de verkiezingen in 2009 schaarde hij zich achter de verslagen Mousavi en zat achter de schermen duchtig mee te helpen met het ondermijnen van Ahmadinejad.
Montazeri stierf aan hartfalen in zijn slaap. Hij werd 87. Zijn begrafenis smeet nog wat olie op het vuur van de rellen. Montazeri werd begraven in het schrijn van Hazrate Masoumeh, één van de meest vereerde vrouwelijke heiligen van de Sji'itische Islam. De rellen zijn nog steeds niet afgelopen en het ziet er zelfs naar uit dat het serieus aan het escaleren is in Iran. Zo kan Montazeri misschien nog verantwoordelijk worden voor twee Iraanse revoluties.

Om u een idee te geven van wat Montazeri betekende, hier nog beelden van de zijn begrafenis op 21 december, die als snel omsloeg in een massale protestbeweging tegen de regering:

dinsdag 8 december 2009

Eric Woolfson : the eye in the sky is dead

De Britse zanger-keyboardspeler Eric Woolfson is op 64-jarige leeftijd overleden aan de gevolgen van kanker. Woolfson werd geboren op 18 maart 1945 in Glasgow en was sedert zijn vroege tienerjaren geobsedeerd door muziek. Op zijn 18de slaagde hij er in een auditie te versieren voor Andrew Loog Oldham, de toenmalige manager van The Rolling Stones. Nadat Woolfson twee van van zijn nummers op de piano had gespeeld, riep Oldham uit: "You're a fucking genius!". De twee signeerden ter plekke een contract en aldus kon Woolfson in de komende jaren aan de slag als songsmit voor allerlei toen populaire artiesten, waaronder ook Marianne Faithfull.

Een kantelmoment in Woolfsons carrière kwam er in 1974 toen hij in de bar van de Abbey Road Studios een zekere Alan Parsons leerde kennen. Parsons was de sound engineer van het een jaar eerder uitgebrachte The Dark Side of the Moon, het beroemde meesterwerk van Pink Floyd, en had ook meegewerkt aan enkele Beatles-albums. Woolfson en Parsons besloten samen een groep op te richten waarmee ze progressive rock wilden brengen, een genre waar onder andere Pink Floyd en de vroege Genesis (met Peter Gabriel) exponenten van waren. Met een bescheidenheid die bijna ongekend is in de muziekindustrie maakte Woolfson zich sterk dat de band absoluut zijn naam niet zou dragen en stemde ermee in ze The Alan Parsons Project te noemen. Nochtans was Woolfson niet alleen de lead zanger van de groep maar eveneens de belangrijkste song -en tekstschrijver, terwijl Parsons meer in de achtergrond bezig was als engineer. Beiden waren ook co-producers en keyboardspelers. De klemtoon moest voor Woolfson altijd liggen op de muziek, nooit op de vedettenstatus van de bandleden. Een gevolg daarvan was dat The Alan Parsons Project uitsluitend een studiogroep was die tijdens haar hele bestaan van 1975 tot 1990 nooit live speelde. De groep maakte ook gebruik van een plethora aan constant wisselende gastmuzikanten.

Alhoewel APP in de loop der jaren wel min of meer trouw bleef aan haar beginselen in de progrock, evolueerde de groep toch van experimentele conceptalbums in hun begindagen naar een meer poppy sound die zijn ingang vond bij een breed publiek. In de jaren '80 scoorden ze enkele wereldhits. Zo was er in 1982 de single Eye in the Sky, waarvan de tekst geïnspireerd was door de beroemde roman 1984 van George Orwell. Hun waarschijnlijk bekendste nummer is Don't Answer Me (1984). Op beide nummers nam Woolfson de zang voor zijn rekening. In 1990 besloten Parsons en Woolfson de stekker uit APP te trekken. Parsons besloot onder zijn eigen naam dan toch maar live te gaan spelen en op allerlei Night of the Proms-achtige evenementen de APP-nummers te brengen. Eric Woolfson schreef een aantal rockmusicals waar hij matig succes mee scoorde. In totaal verkocht The Alan Parsons Project wereldwijd maar liefst 40 miljoen platen. Nummers als Eye in the Sky en Don't Answer Me behoren tot ons collectieve muzikale geheugen en kan men heden ten dage vooral op eighties avonden bewonderen en er desgevallend al eens een shakeske op placeren.

Hieronder de videoclip van Don't Answer Me:



En hier het nummer Eye in the Sky:

vrijdag 4 december 2009

Lucas Van Langendonck : Lucas van den Amedee

"Gesloten wegens ziekte". Dat was de boodschap die je te lezen kreeg als je de laatste maanden voor de deur van Café Amedee stond. Helaas voor Leuven is den Amedee nu dicht wegens sterfgeval. Lucas Van Langendonck, alias Lucas "Van den Amedee", de grote patron, zal nooit meer Scrabble spelen, nooit meer een pint tappen, nooit meer "advies" geven aan zijn klanten.


"Horse Ale, dat smaakt toch net hetzelfde als Palm." Met die gevleugelde woorden werd ik geïntroduceerd in de wondere wereld van Lucas van den Amedee. Een discussie van 5 minuten later kon ik hem er dan toch van overtuigen om mij dan toch maar nen Duvel te geven. Omdat er gene Palm was. Maar Horse Ale smaakt toch hetzelfde, aldus.
Want dat was de charme - of de merde, voor sommigen - van Café Amedee: het werd als geen ander vereenzelvigd met zijn waard. Alleen Inn't Joor 1 heeft misschien een vergelijkbare status. Kon je de kastelein niet af, kon je er maar beter wegblijven. Sinds 1983 stond hij al achter zijn toog. Er naastkijken ging dan ook nogal moeilijk. U werd bediend door een indrukwekkend bebaarde, vriendelijke betweter die op tijd en stond uw toogpraat onderbrak en zijn wereldvisie maar al te graag met u deelde, of gewoon mee in het gesprek sprong. Als hij niet aan het Scrabblebord zat. Dan kon het wel eens ietsje langer duren voor uw gerstenat voor uw neus verscheen. You love him or you hate him. Onberoerd blijven was evenwel geen optie.
Naast de legendarische barman waren er natuurlijk ook het beruchte rommelkot, de spelletjes en de muziek. Klassieke muziek begeleidde uw cafébezoek, terwijl het merendeel van de aanwezigen verdiept waren in hun overpeinzingen om die tegenstander over dat schaakbord eindelijk schaakmat te krijgen, of om die mineur naar die lastige bom te krijgen op dat strategobord, of nog om die miserie van uw wiesmaat/vijand naar de kloten te helpen (dat deed ik daar toch heel en af en toe). En natuurlijk was er het eeuwige scrabblebord. Met de Van Dale erboven, om toch maar te zien of dat rare woord van uw snoodaard van een tegenstander wel degelijk bestond.

Maar dat is nu dus gedaan. Lucas heeft de deur definitief achter zich gesloten toen hij in Gasthuisberg zijn laatste adem uitblies. "Ik probeer een beetje mezelf te zijn, maar wat is dat: jezelf zijn," was de afsluitende zin van een in 2001 gegeven interview in de Veto, het Leuvense studentenblad (dat u hier op de laatste bladzijde kan lezen: http://www.veto.be/pdf/veto_jaargang_27/veto2715.pdf). Of den Amedee nu nog zichzelf kan blijven zonder zijn bezieler, das een ander paar mouwen.

Malcolm Perry : De JFK dokter

22 november 1963 was weer een gewone werkdag voor Malcolm Oliver Perry. De Amerikaanse arts werkte al vier jaar in het Parkland Memorial Hospital in Dallas, Texas. Tot dan was hij hoogstens een voetnoot in de geschiedenis, maar het lot zorgde ervoor dat zijn leven drastisch zou omslagen.

Om 12u30, lokale tijd, werd John F. Kennedy neergeschoten toen hij in zijn open limousine door Dallas reed. De president werd onmiddellijk naar de spoedafdeling van Parkland gebracht, waar Malcolm Perry zat. Perry was de eerste dokter die Kennedy onder ogen kreeg.

Er zijn al tonnen papier volgeschreven met welke kogel wanneer en waar is terechtgekomen en of de ene wonde nu een 'exit' of een 'entry wound' was. Kennedy had - onder meer - een schotwonde in zijn hals. Perry's eerste hulp was het uitvoeren van een tracheotomie, het aanbrengen van een buisje in de luchtpijp via een snede in de hals, om de patiënt toe te laten om te ademen. Hij zou eerst getuigen dat het om een 'entry wound' ging, wat hij later dan weer veranderde in een 'exit wound'. Het lijkt triviaal, maar het feit dat het om een wonde ging, veroorzaakt door het binnendringen van een kogel, of een wonde waaruit de kogel het lichaam weer verlaat, deed er hier heel veel toe. Het bepaalde immers de baan van de kogel en zo ook van waar er geschoten werd (en door hoeveel personen, nog zoiets waar ongelofelijk veel controverse over bestaat in het geval van JFK).

In ieder geval, het resultaat bleef toch hetzelfde: de president had geen schijn van kans en werd om 13u00 doodverklaard. Perry bracht ook nog de eerste zorgen toe aan de Texaanse gouverneur John Connally, die ook geraakt was. Connally overleefde de moordaanslag en leefde nog tot 1993.

En Perry bleef maar verbonden met JFK. Diens vermoedelijke moordenaar, Lee Harvey Oswald, werd op 24 november 1963 neergeschoten door Jack Ruby. Perry was weer van dienst en moest nu de eerste zorgen toedienen aan Oswald. Die bleef er evenwel ook in.

Perry werd nu overstelpt door vragen en moest van de ene persconferentie naar de andere gaan. Hij werd dat al gauw beu en verhuisde naar McAllen, in Zuid-Texas, om al die heisa te ontvluchten. Een reporter volgde hem echter en heel het spel begon weer opnieuw. Later ging hij naar New York, waar hij hoofd van de afdeling vasculaire chirurgie werd. Hij stierf uiteindelijk aan prostaatkanker. De controverse rond JFK overleeft hem en dat zal ook wel altijd zo blijven.

donderdag 3 december 2009

Sam Salt : HMS Sheffield

'Deo Adjuvante Labor Proficit', of 'met Gods hulp zal ons werk succes kennen'. Dat was het motto van de HMS Sheffield. Veel succes heeft het schip op 4 mei 1982 toch niet gehad. Toen werd het namelijk getroffen door een Exocet anti-ship missile van het Argentijnse leger, midden in de Falklandoorlog (in se een prestigeoorlog over een hoop rotsen met veel schapen op). Kapitein van het schip was James Frederick Thomas George Salt, kortweg Sam Salt.

De HMS Sheffield - of Shiny Sheff, zoals haar bemanning het schip noemde - moest de Britse vliegdekschepen Hermes en Invincible bewaken. De Argentijnse marine had andere plannen en zond er een paar vliegtuigen naartoe. Twee raketten vuurden die af, waarvan er één de HMS Sheffield raakte, middendeks. Het projectiel ontplofte niet, maar de impact was zo groot dat er een brand ontstond, die al snel onbedewingbaar werd. De hitte was zo intens dat de brandweerlieden van Shiny Sheff brandwonden kregen van de spatten van het water waarmee ze de brand probeerden te blussen. Dat water was namelijk beginnen koken. Ondanks alle pogingen om het schip te redden, moest Salt het onvermijdelijke aanvaarden en het signaal abandon ship rondsturen. Op 10 mei zonk de Sheffield, terwijl het weggesleept werd. Daarmee kreeg Salt de dubieuze eer van de kapitein te zijn van het eerste schip van de Royal Navy sinds de Tweede Wereldoorlog dat de dieperik inging. Er zouden nog drie schepen sneuvelen in de Falklandoorlog, voor de Argentijnen het bijltje er bij neerlegden.

In de tweede Golfoorlog van 1990-91 zou hij ook het bevel voeren over een schip, maar dit keer kwam hij zonder kleerscheuren terug thuis (en zijn schip ook). Salt overleed op 69-jarige leeftijd.

woensdag 2 december 2009

Paul Naschy : Dé cultfiguur van de horror

Paul Naschy heeft ons verlaten. De Spanjaard was één van de belangrijkste figuren uit de horrorfilms van de voorbije decennia. Hij werd vooral beroemd door zijn veelvuldige vertolkingen van allerhande monsters in een hele resem B-culthorrorfilms. Een bultenaar, een mummie, Graaf Dracula, Fu Manchu, ze werden allemaal door Naschy onder handen genomen.

De carrière van Jacinto Álvarez Molina - Naschy's echte naam - begon vanaf eind jaren '60. Naast acteren hield hij zich ook bezig met regisseren het schrijven van scenario's en zo kwam Naschy op zijn beroemdste karakter: de weerwolf Waldemar Daninsky. Twaalf keer kroop hij in de huid van de wolfman. Zelfs zijn legendarische voorganger Lon Chaney, de Amerikaanse Man with a Thousand Faces, deed het hem maar 7 keer na. Niet voor niets werd Naschy de Spaanse Chaney genoemd.

Eind jaren '60 en in de jaren '70 waren de budgetten voor de horrorfilms natuurlijk niet zo spectaculair als nu soms, met alle gevolgen vandien.
De ene keer is er bijvoorbeeld de schaduw van de overijverige cameraman als de weerwolf worstelt met de Verschrikkelijke Sneeuwman. Jawel, u leest het goed, de Verschrikkelijke Sneeuwman (in La Maldcion de la Bestia! uit 1975). Andere tegenstanders van Naschy in zijn Hombre Lobo-films (zoals de reeks noemt) zijn onder meer de vrouwelijke vampieren (La Noche de Walpurgis! uit 1970), Dr. Jekyll (Dr. Jekyll y el Hombre Lobo! uit 1971) en een magisch zwaard (!). Die laatste had de klinkende titel La Bestia y la Espada Magica! (1983).

De weerwolf zelf was ook onovertroffen: Naschy liep volledig in het zwart gekleed met een donzige trui, handschoenen met wat plukken op en overmaatse snijtanden in een geniaal, overbehaard carnavalsmasker. Weerwolffilms buiten de Hombre lobo-reeks waren dan weer de prachtig getitelde Buenas Noches, Señor Monstruo! (1982), El Aullido del Diablo (1987) en Um Lobisomem na Amazônia! (Een weerwolf in Amazonia! uit 2005). Alles werd er nog beter op doordat zijn films ook nog eens gedubt werden dat het een lieve lust was. Ik geef u de titels van enkele Engelstalige releases: Orgy of the Dead (1972), House of Psychotic Women (1973), Kilma, Queen of the Jungle (1975) en Lots of Blood (2000).

Het leverde, zoals te verwachten valt, schitterende, ongeëvenaarde cinema op. Koning Juan Carlos van Spanje gaf hem in 2001 nog de Gold Medal Award for Fine arts, ter ere van zijn bijdrage aan de Spaanse filmindustrie. Helaas voor ons overleed Paul Naschy op 1 december aan pancreaskanker.

En hier een pareltje uit het oeuvre van wijlen Paul Naschy, de Engelstalige trailer van La Noche de Walpurgis (1971), uitgebracht als Werewolf Shadow, of Werewolf vs. the Vampire Woman:



en uiteraard haalde Paul Naschy de allereerste tv-aflevering van De Nacht van de Wansmaak, de Filmnight Special. De commentaar van Jan Verheyen zegt in dit geval genoeg (let op de cameraman!). Geniet ervan!:




dinsdag 1 december 2009

Ramses Shaffy : we zullen moeten doorgaan zonder hem...

De Nederlandse volkszanger Ramses Shaffy is op 76-jarige leeftijd overleden aan slokdarmkanker. Ramses Shaffy, zijn echte naam overigens, werd op 29 augustus 1933 geboren in het Franse Neuilly-sur-Seine als zoon van een Egyptische diplomaat en een Poolse gravin. Zijn ouders waren al gescheiden toen hij geboren werd (na 1 dag huwelijk) en op zijn 6de zette zijn aan tuberculose lijdende moeder hem op een trein naar Nederland waar hij werd opgevangen in een pleeggezin in Leiden. Shaffy maakte zijn middelbare school niet af maar geraakte in 1952 wel binnen in de Amsterdamse toneelschool. In de jaren die volgden probeerde hij aan de bak te komen als acteur. Shaffy, die homoseksueel was, had in die periode ook een langdurige relatie met de acteur Joop Admiraal. Met Admiraal, maar ook met onder andere een jonge Liesbeth List richtte hij in 1964 het variété-ensemble Shaffy Chantant op dat bijvoorbeeld de gedichten van Hans Lodeizen op muziek zette.

Het was pas toen Shaffy zich als soloartiest begon toe te leggen op het schrijven van Nederlandstalige levensliedjes dat hij echt succesvol werd. De grote doorbraak kwam er met de single Sammy uit 1966 die zowel in Nederland als Vlaanderen een enorme hit werd. Vanaf toen was hij vertrokken en in de loop van de volgende jaren zou hij uitgroeien tot één van Hollands bekendste en meest gewaardeerde chansonniers. Met zijn mooie, vaak duistere, poëtische teksten en de hymnische allure van zijn voordracht tilde Shaffy zijn levensliederen uit boven het in Nederland traditioneel toch meer kermisachtige niveau van volkszangers als Johnny Jordaan en Willy Alberti. Shaffy werd dan ook soms de 'Jacques Brel van het Noorden' genoemd. Tot zijn bekendste liedjes behoren naast Sammy ook de Pastorale (zijn duet uit 1969 met Liesbeth List en geschreven door Boudewijn De Groot en Lennaert Nijgh), We zullen doorgaan (1975) en Laat me (1978).

Ramses Shaffy was ook roemrucht om zijn legendarische drankprobleem waar hij zowat zijn hele volwassen leven mee worstelde. 's Ochtends begon hij altijd met een liter sherry. Tegen de vooravond, naar het uur van het optreden toe, had hij daar al een volledige fles wodka aan toegevoegd, want daar ging hij zo lekker van zingen, vond hij zelf. De drank eiste zijn tol. De ene na de andere van zijn muzikanten en vrienden verlieten hem in de loop der jaren omwille van zijn drankzucht en gebrek aan zelfdiscipline. Enkel Liesbeth List is steeds innig met hem bevriend gebleven. Ook zijn gezondheid had het zwaar te verduren getuige het feit dat hij sedert lang leed aan het syndroom van Korsakov en stierf aan slokdarmkanker.

Sinds begin jaren '80 was de carrière van Shaffy in verval geraakt. Zijn platenfirma weigerde op een bepaald moment om een reeds opgenomen plaat te verdelen omdat hetgene dat er op stond echt te slecht was. In de jaren '90 en '00 beleefde hij echter nog een revival en vooral eerherstel omdat hij meer en meer erkend werd als monument van de Nederlandstalige liedcultuur. Regisseur Pieter Fleury draaide in 2002 een documentaire film over Shaffy genaamd Ramses: où est mon prince? Dit uitstekende en vooral ontroerende portret won een Gouden Kalf op het Nederlands Filmfestival. In 2005 had hij zelfs weer een hit toen hij samen met Liesbeth List en de groep Alderliefste een nieuwe, rockende en gedeeltelijk Franstalige versie uitbracht van Laat me. Ramses Shaffy verbleef de laatste jaren van zijn leven in een rusthuis maar kwam nog geregeld buiten om optredens te geven.

Hieronder het nummer We zullen doorgaan.



En hier een optreden van Shaffy die samen met Liesbeth List en Alderliefste op Nieuwjaarsdag 2007 in het programma van Paul De Leeuw langskwam om Laat me te brengen: