Hoe je het ook draait of keert, Néstor Carlos Kirchener was waarschijnlijk de meest invloedrijke politicus van Argentinië sinds het tijdperk van de Peróns.
Kircherner, van Duits-Kroatische afkomst, groeide op in het zuiden van het land. Hij werd eerst burgemeester van zijn thuisstad Rio Gallegos en vervolgens provinciegouverneur. Omdat hij uit het diepe zuiden kwam, kregen zijn volgelingen al snel "Pinguins" als bijnaam.
Hij kwam bijna per ongeluk aan de macht: in de eerste ronde van de presidentsverkiezingen voor 2003 haalde hij amper 22%. Zijn tegenstander, de voormalige president Carlos Menem, trok zich echter terug uit de race, zodat Kirchner als enige deftige kandidaat overbleef.
En eens hij aan de macht was, voerde hij een hele resem hervormingen door die het land uit het slop haalden waar het de voorbije decennia in terecht gekomen was. Op economisch gebied trok hij de economie weer op gang door de massale schuldenberg van Argentinië aan te pakken. Door in sojaproductie te investeren, gaf hij het land een boost dat het al in jaren niet meer ervaren had.
Maar het was vooral op het gebied van de mensenrechten dat Kirchner ophef maakte. Na de dictatuur van 1976-83 waren er twee amnestiewetten van kracht, die de militairen die het wat bont gemaakt hadden in die obscure jaren beschermde.
Al snel sprak men van het K-Tijdperk: Kirchner werd bijgestaan door zijn vrouw, Cristina, met wie hij in feite een politieke tandem vormde. Zij volgde hem ook op toen zijn ambtstermijn in 2007 afliep. Kircherner werd zo de "First Gentleman" van Argentinië. Beiden waren lid van de Perónistische partij, die nog steeds veel invloed heeft in het land. Kirchner zat niet stil en nam de leiding over van de Perónisten. Achter de schermen bleef hij volgens de geruchtenmolen rustig verder regeren.
Er gingen al geruchten de ronde dat Kirchner in 2011 terug voor de presidentiële sjerp zou gaan, om zijn vrouw op te volgen en het Kirchnertijdperk nog wat te verlengen, maar een hartfalen maakte een abrupt einde aan die ambitie.
Néstor Kirchner werd 60.