In 1939 werd hij weer opgeroepen om in de Tweede Wereldoorlog te dienen. Na het Franse débacle van 1940 werd hij gevangengenomen, maar wist uiteindelijk te ontsnappen naar de Vrije Fransen in Afrika. In 1944 werd hij in bezet Frankrijk gedropt, waar hij de Duitsers ambeteerde met zijn guerilla-oorlogsvoering. Tegen het einde van de oorlog was hij kapitein.
De ene oorlog was gedaan en de volgende kon beginnen. In december '45 zat hij in Frans Indochina, waar Frankrijk wanhopig vocht om zijn koloniaal rijk te behouden. Daar speelde hij de PR-kaart volledig uit, door regelmatig journalisten met zich mee te zeulen, waardoor hij ook meer materiaal vastkreeg. Veel hielp het uiteindelijk niet. In 1954 kwam de Franse koloniale periode in Indochina aan zijn inglorieuze einde met de slag bij Dien Bien Phu, waar ook Bigeard mee inzat. Hij werd gevangengenomen en 3 maanden later gerepatrieerd.
En dan kwam de Algerijnse onafhankelijkheidsoorlog. En hier ontspoordde Bigeard. Al snel kreeg hij een wrede reputatie. Er werden regelmatig verzetsleden gemarteld om aan de nodige informatie te komen, iets wat de oude ijzervreter een paar jaar geleden nog met volle vigeur verdedigde. Regelmatig verdween er wel eens iemand of stierf iemand onder verdachte omstandigheden in de gevangenis. Het deed de Franse zaak in Algerije geen goed. Hij gaf zijn naam aan de Crevettes Bigeard, een bijnaam voor slachtoffers van de doodsvluchten van de 10e Parachutedivisie. Die namen hun gevangenen mee op het vliegtuig en dumpten hen boven de Middellandse Zee, met extra gewichten aan hun voeten zodat ze sneller zouden zinken. Het mocht allemaal weer niet helpen, Algerije werd onafhankelijk.
Bigeard ging in 1976 met pensioen. Tegen dan was hij een nationale beroemdheid en werd hij de inspiratie voor enkele romans en films, zoals Lost Command uit 1966 met Anthony Quinn. Bigeard werd 94. Hij werd met volle militaire eer begraven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten