De Vlaamse journalist en wielerparcourstekenaar Harry Van den Bremt is op 66-jarige leeftijd overleden. Halverwege de jaren '60 ging Van den Bremt als jong broekie aan de slag bij Het Nieuwsblad. Hij zou er decennialang chef van de wielerredactie zijn. In 2002, na een carrière van 36 jaar bij deze krant, ging hij, enigszins tegen zijn zin, met pensioen. Tot ver buiten de landsgrenzen genoot hij een enorm aanzien als journalist en als koersconnaisseur par excellence. Zo mocht hij onder andere Jean-Marie Leblanc, baas van de Tour de France, tot zijn goeie vrienden rekenen. Hij schreef en publiceerde gedurende die periode ook jarenlang het jaarboek Vélo, een naslagwerk waarin alle uitslagen van het voorbije jaar en alle erepodia uit de geschiedenis werden opgenomen.
Sedert begin jaren '70 was Van den Bremt ook betrokken bij de organisatie van de Ronde van Vlaanderen, aanvankelijk als assistent van parcourstekenaar Noël Foré en na diens pensioen nam hij zijn taken over. Van den Bremt trok er meerdere malen per week op uit voor tochten doorheen de Vlaamse Ardennen (die hij zo liefhad dat hij er zelfs op vakantie ging alhoewel ze vlak bij zijn deur lagen) op zoek naar verdoken hellinkjes waar hij dan de volgende editie van Vlaanderens Mooiste mee kon opsmukken. Zo ontdekte hij bijvoorbeeld in 2003 de Foreest, een toen nog naamloze helling waarvan zelfs wie op 5 kilometer er vandaan woonde nog niet wist dat ie bestond. Van den Bremt vertelt hoe hij op die helling aanklopte bij een keuterboerke:
"'Wat is dat hier, komt hier veel volk voorbij?', vroeg ik.
'Nee, nooit. Wie hier niet moet zijn, komt hier beter niet,' antwoordde de boer.
'Is hier nooit een koers gepasseerd?'
'Mijnheer, Onze-Lieve-Heer is hier nog niet gepasseerd, waarom zouden hier dan coureurs zijn geweest?'"
Van den Bremt doopte de helling de Foreest, en nam die op in het parcours van de Ronde van 2003 en de volgende edities.
Maar het belangrijkste dat we aan hem te danken hebben is de introductie van zonder twijfel de meest legendarische helling in de Ronde. Walter Godefroot, winnaar van de Ronde in '68, had hem gezegd dat hij op training over een schitterende kasseibult was gereden, maar hij wou Van den Bremt pas onthullen waar die lag nadat hij zou stoppen met koersen omdat hij schrik had dat hij er anders zelf nog zou overheen moeten in de Ronde tijdens zijn actieve carrière. Ondanks veel aandringen van Van den Bremt wou de renner niets lossen over de locatie. De nieuwsgierige parcourstekenaar parkeerde zijn wagen op een ochtend dan maar voor de deur van Godefroot en volgde deze vanop afstand terwijl hij aan zijn training begon. Deze schaduwtocht leidde hem recht naar wat de hele wielerminnende wereld nu kent als de Koppenberg (foto rechts). Deze schrikwekkende puist voegde Van den Bremt vervolgens in 1976 voor het eerst toe aan het parcours van de Ronde. Hierdoor moest Godefroot er alsnog een aantal keer zelf over, maar het weerhield hem niet van in 1978 voor de tweede keer de hoogmis te winnen.
Van den Bremt bedacht ook het 'Dorp van de Ronde', een initiatief waarbij sinds 2000 jaarlijks één dorp op het parcours in de kijker wordt gezet en tegelijk een held uit het verleden van de Ronde wordt gehuldigd. Ook na zijn pensioen bij Het Nieuwsblad bleef Harry Van den Bremt actief in de organisatie van de Ronde van Vlaanderen en de Omloop Het Volk als parcourstekenaar en persverantwoordelijke.
Om het mythische karakter van de Koppenberg en de soms moeilijke passages van de wielerhelden die minder voor dit werk gemaakt zijn (zie bijvoorbeeld voormalig Belgisch kampioen Ludovic Cappelle moedig sukkelen vanaf 2:13) te illustreren deze video van de beklimming tijdens de Ronde van 2006. Dit jaarlijks feestje hebben we te danken aan Harry Van den Bremt.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten