Tot 1942 had het Amerikaanse leger - en dan vooral de infanterie - een groot probleem. Het land bezat geen deftig anti-tankwapen, iets wat wel vrij noodzakelijk in een oorlog waar de tank om de haverklap als speerpunt van een aanval gebruikt werd. Er was wel al iets ontwikkeld door een Zwiterse immigrant, de wetenschapper Henry Mohaupt, dat als anti-tankwapen diende, maar het was hopeloos onpraktisch. Mohaupt's M10 was een explosief dat als granaat gebruikt kon worden. Het kreng kon door 60mm staal gaan, maar woog helaas wel 1,6kg, wat het wat moeilijk maakte om het goed te gooien.
En dan kwam Edward G. Uhl in 1942 op de proppen met een oplossing: de M1 portable rocket launcher, die beter bekend werd onder zijn nom de guerre, de bazooka. Het nieuwe wapen was handig, gemakkelijk(er) te vervoeren en kon snel ingezet worden. Bij de eerste test door een Amerikaanse generaal op een proefkonijntank in Maryland ging het explosief door 102mm staalplaat. De koepel van de tank vloog er af. Een eerste bestelling van 5.000 bazooka's werd gemaakt, samen met 25.000 explosieven.
De M1 was de voorloper van alle moderne bazooka's. Later ging Uhl nog een carrière uitbouwen als raketontwerper. Onder meer de A10 Thunderbolt-II was ook van hem, een wapen dat in de Tweede Golfoorlog nog steeds gebruikt werd. Hij had ook een hand in het ontwerp van de Viking-onderzoeksraket. De vader van de bazooka werd 92.
zondag 9 mei 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten