zondag 17 juli 2011

Juan Maria Bordaberry : Poets wederom poets

In 1971 werden er presidentsverkiezingen gehouden in Uruguay. Het land had toen al wat te lijden gehad onder presidenten die iets te graag de macht behielden en communistische revolutionairen. De winnaar in 1971 was Juan Maria Bordaberry Arocena. Bordaberry had wel bijna iedereen omgekocht en zwaar gefraudeerd om aan de macht te komen, wat al niet veel goeds beloofde.


Hij bleek net zo autoritair als zijn voorgangers en doekte een pak burgerrechten op, zette vakbonden op de zwarte lijst en smeet geregeld mensen die hun mond opendeden in de gevangenis, waar ze ook nog eens duchtig gemarteld werden, al dan niet met de dood tot gevolg.


En toch was het leger, de echte baas in Uruguay, nog niet tevreden. In 1973 dreigde dat leger om Bordaberry buiten te smijten, tenzij hij zich als stroman liet gebruiken voor een militaire coup. Bordaberry stemde toe en regeerde de volgende drie jaar bij decreet, uiteraard met 'assistentie' van een Nationale Veiligheidsraad, toevallig gedomineerd door het leger.


In 1976 dan was het de beurt aan Bordaberry om opzijgezet te worden. Het leger was hem beu en had liever Alberto Demicheli aan de macht. Die luisterde beter.


Bordaberry ging dan maar terug naar zijn ranch, waar hij de volgende decennia in alle rust doorbracht. Tot hij in 2006 gearresteerd werd voor de moord op twee politici in 1976. In 2008 werd zijn pensioen waar hij als ex-staatshoofd recht op had, opgeschort en vorig jaar werd hij veroordeeld tot 30 jaar cel. Omdat hij al zo oud was, mocht hij zijn straf thuis uitzitten. Daar stierf hij dan ook, 83 jaar oud.

Geen opmerkingen: