In 1912 kregen aartshertog Karel van Habsburg en zijn vrouw Zita hun eerste zoon, die direct de uitgebreide namen Franz Joseph Otto Robert Maria Anton Karl Max Heinrich Sixtus Xavier Felix Renatus Ludwig Gaetan Pius Ignatius meekreeg - gemakshalve wordt dat hierna Otto. De Eerste Wereldoorlog was nog niet uitgebroken en Europa was nog mooi verdeeld onder de kongshuizen, met als één van de oudste de Habsburgers op hun Oostenrijks-Hongaarse troon in Centraal-Europa, geregeerd door de ouwe krokodil Franz Joseph (tevens peetvader van de nieuwe spruit). Die had als troonopvolger aartshertog Franz Ferdinand. Die werd echter vakkundig (nu ja, eerder amateuristisch) afgeknald in Sarajevo (meteen het startschot voor de Eerste Wereldoorlog), waardoor Otto's vader Karel ineens troonopvolger werd. In 1916 legde Franz Joseph het loodje en werd hij opgevolgd door Karel. Otto was nu ineens kroonprins van één van de grootste rijken van Europa.
Lang duurde het niet, want in 1918 stortte de oude orde als een kaartenhuis ineen toen de Groote Oorlog eindigde. Karel werd van zijn tronen gestoten en ging met zijn familie in ballingschap. In 1922 overleed hij op het Portugese eiland Madeira. In 2004 werd hij evenwel zalig verklaard door Johannes Paulus II, omwille van het zwaar gewicht dat zijn geloof doorgaf op zijn politieke beslissingen.
Otto was nu de laatste vertegenwoordiger van de Habsburgse erfenis. Officieel had zijn vader nooit geabdiceerd, dus zoontje bleef ook aanspraak maken op de troon. Hij zat wel niet stil ondertussen: hij studeerde sociale en politieke wetenschappen in Leuven en vanaf de jaren '30 werd hij politiek actief. Otto streefde naar een Europese integratie, maar bleef ondertussen wel aartsconservatief (een familietrekje). Hij had een hekel aan communisme, maar dan ook weer aan de Nazi's. Toen die Oostenrijk opslokten, was Otto één van de weinigen die protesteerde. Het was zelfs zo erg dat de codenaam voor de geplande Duitse invasie van Oostenrijk in het geval van een eventuele Habsburse restauratie "Otto" was. Hitler veroordeelde de Habsburger ter dood en die vluchtte dan maar via België naar de VS.
Na de oorlog spande hij zich in voor een verenigd Europa. Van 1957 tot 1973 was hij vice-voorzitter van de Internationale Paneuropese Unie; vanaf 1973 tot 2004 voorzitter. Otto zetelde in het Europese Parlement voor de Beierse CSU van 1979 tot 1999. In 1961 bood generalissimo Franco, de Spaanse dictator, hem nog de Spaanse troon aan, maar Otto sloeg het aanbod af. In datzelfde jaar deed hij pas afstand van zijn aanspraken op Oostenrijk.
In 1989 organiseerde hij mee de Paneuropese Picknick op de grens van Oostenrijk en Hongarije, iets wat serieus mee bijdroeg aan de val van het Ijzeren Gordijn.
Toen zijn vrouw in 2010 stierf, kwam hij niet meer in het openbaar. De laatste Habsburger overleed vredig in zijn slaap, 98 jaar oud. Volgens de eeuwenoude familietraditie zal zijn lichaam bijgezet wordt in de crypte in Wenen. Zijn hart komt terecht in het Hongaarse Pannonhalma.
maandag 4 juli 2011
Otto : De laatste Habsburger
Labels:
Europa,
Europese Unie,
habsburg,
man,
Oostenrijk-Hongarije,
Oostenrijks,
troonpretendent
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten